donderdag 5 november 2015

05-11; IV.16.7 - IV.16.13

[7] Jezus roept de kinderen bij Zich, dus wie zijn wij dan om de kinderen niet te dopen. Als het een goede zaak is om kinderen bij Jezus te brengen, waarom zou het niet goed zijn om hen tot de Doop toe te laten, het teken van onze eenwording en gemeenschap met Christus? Het is onbillijk om dan de kinderen weg te jagen. Het gaat in de tekst om echte baby's en kleine kinderen die nog aan de borst waren. Het gaat om die concrete kinderen, niet voor iedereen als een kind.

[8] Zo wordt duidelijk dat de kinderdoop niet door mensen is bedacht. Degene die zeggen dat er niet in de bijbel staat dat er kinderen gedoopt werden moeten beseffen dat er nergens staat dat ze niet gedoopt werden wanneer een gezin gedoopt werd. Als we zo redeneren moeten we ook geen vrouwen toelaten tot het Avondmaal, omdat dit ook nergens in de bijbel staat. Maar onze leesregel laat zien voor wie het Avondmaal is ingesteld, ook voor vrouwen. Net als de Doop; wat het betekent laat zien voor wie het is, dus ook voor vrouwen.

[9] Wat voor een nut heeft de kinderdoop nu voor ouders en de kinderen zelf? voor de ouders is er stof om te roemen van de trouwe God die trouw wil zijn tot in het duizendste geslacht. Ook wordt de wederliefde aangespoord als God Zich over de kinderen ontfermt. Daarom moeten ouders hun kinderen meenemen naar de Kerk voor het teken van ontferming en te zien dat het verbond van de Heer in hun lichaam wordt gegrift. Voor de kinderen betekent het dat ze aan de grote zorg van andere gemeenteleden worden toevertrouwd ook worden ze aangespoord tot ernst omdat God hen heeft aangenomen toen ze zo jong waren dat ze Hem nog niet als hun Vader konden erkennen. In de laatste plaats zou iedereen zich bevreesd moeten weten voor de toorn van God voor wie het teken minacht.

[10] Er zijn dus wederdopers die de gelijkstelling van Doop en besnijdenis proberen te ontkrachten door te wijzen op grote verschillen ertussen. De zaken, de verbonden en de benaming kinderen zijn anders. Ze beweren dat de besnijdenis een beeld was van de afsterving en niet van de Doop, wat Calvijn hun gelijk geeft, want daarom kan hij zeggen dat de Doop ipv de besnijdenis is gekomen. Ze schilderen de Joden als beesten af en zeggen dat hun verbond alleen maar tijdelijke goederen betrof. Daarom was de besnijdenis een letterlijk teken en de beloften lichamelijk.

[11] Calvijn vindt dat ze dan hetzelfde moeten zeggen van de Doop. In Kol. 2 staat dat de Doop en besnijdenis dezelfde inhoud en vervulling hebben, aangezien ze het beeld zijn van dezelfde zaak. De eerste beloften van het verbond met de Joden waren geestelijk en hadden betrekking op het eeuwige leven. Meer hierover staat in II.10 waar Calvijn over het oude en nieuwe verbond schrijft.

[12] Het volgende argument was dat de kinderen van het OT de natuurlijke nakomelingen van Abraham waren en in het NT iedereen die zijn geloof navolgen. Zit een kern van waarheid in, vindt Calvijn, maar het is niet juist om te ontkennen dat aan de vleselijke kinderen van Abraham de geestelijke belofte was gegeven. We moeten hoger kijken.

[13] De grenzen van Gods koninkrijk staan nu open voor alle volken zonder onderscheid, maar in het begin had God het Joodse volk uitgekozen en als teken hiervan de besnijdenis gegeven ook ter versterking van de verwachting van het eeuwige leven. Maar juist in Rom. 4 laat de apostel zien dat allebei de groepen nakomelingen van Abraham even hoog worden geacht.

Morgen lezen we boek IV.16.14 - IV.16.19

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten