woensdag 18 november 2015

18-11; Boek IV.17.21 - IV.17.24

[21] De instellingswoorden zijn een sacramentele manier van spreken, het is figuurlijk, maar naar zekere analogie. Daarom krijgen de tekens ook de naam van de betekende zaak, vergelijkbaar met een metonymie. Vergelijkbaar met dat je een portretschilderij aanduidt met de persoon die het schilderij afbeeldt. We hebben het vaak over 'de Nachtwacht', maar niet over 'het schilderij van de Nachtwacht'. Dit komt ook vaak voor in de Bijbel. Desondanks Augustinus het niet over het Avondmaal heeft spreekt hij wel over Sacramenten als metonymieën, dus wat Calvijn zegt is geen nieuwerwets verzinsel.

[22] Er zijn stijfkoppen(zoals blijkbaar Luther) die blijven vasthouden aan de woorden 'dit is' en hierom blijven hameren op hun interpretatie(dit geval dus consubstantiatie). Dit koppelwerkwoord is weliswaar belangrijk, maar dit koppelwerkwoord wordt bij Paulus gebruikt voor de gemeenschap aan het lichaam van Christus, wat iets anders is dan het lichaam van Christus. En op wel meer plaatsen wordt er 'dit is' gezegd zonder dat er een gelijksoortige interpretatie aan wordt gegeven.

[23] Een al te letterlijke interpretatie is niet mogelijk van de instellingswoorden. Dit was de fout van de antropomorfieten, die iedere vergelijkend spreken van God letterlijk op wilde vatten en het de kerkvaders hiermee moeilijk maakten. Ook de reactie van de discipelen geeft aan dat ze vertrouwd met een sacramentele wijze eten en drinken. Een letterlijke interpretatie van brood èn wijn kan ook niet, hoe kunnen die twee überhaupt gescheiden zijn, dat zou van de uitspraak van Jezus verwarrend zijn, lichaam en bloed kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Zo blijken de mensen die vasthouden aan de letterlijke zin helemaal niet zo trouw aan de woorden van Christus, maar deze juist te verdraaien.

[24] Nu is er ook en bezwaar dat Calvijn met zijn leer God afhankelijk maakt van het menselijk verstand en van de wetten in de natuur. Wat natuurlijk onzin is volgens Calvijn. De menselijke rede is niet de maatstaf voor het Sacrament. Er is niets bovennatuurlijker dan gemeenschap hebben met het lichaam van Christus terwijl die op een afstand van hemel en aarde weg is. De tegenstanders van Calvijn vragen juist aan God of Zijn lichaam tegelijk kan zijn en niet zij. door hun leer over het Avondmaal.

Morgen lezen we boek IV.17.25 - IV.17.28

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten