De 44ste week.
[9] In het OT waren de zaken van de Doop, doding en afwassing, al voorafgeschaduwd. In de doorgang door de Rode Zee liet God zien dat Hij ons uit de slavernij leidt. In de wolk van het volk in de woestijn laat Hij zien dat Jezus ons een verkoelende wolk is en de ondraaglijke toorn van de Vader van ons weghoudt.
[10] Het is een misverstand om te denken dat de Doop de erfzonde weghaalt. De erfzonde is namelijk het bederf van de menselijke natuur die op zichzelf al vloekwaardig is, en de bron van alle werken van het vlees is. De Doop is de verzekering dat deze vloek weggenomen is van de gedoopte.
[11] Ten tweede blijft de erfzonde telkens nieuwe vruchten of werken van het vlees naar voren brengen, dit houdt pas op met het afleggen van het sterfelijk lichaam. Dit is geen excuus om dan maar te blijven zondigen, maar ook geen reden om te wanhopen, wie al een klein beetje vooruitgang maakt boekt winst.
[12] Dit is wat wordt beschreven in Romeinen 7. Paulus zegt daar dat we bevrijd zijn uit de klem van de Wet om met Christus verbonden te worden. De Wet is er om ons de onmacht en ellende te belijden. Dit laat Paulus zien bij zichzelf waarin hij te maken heeft met de overblijfselen van de zonde in zijn lichaam. Deze verhinderen hem om de Wet geheel te gehoorzamen. Maar gelukkig is de gelovige niet meer onder de Wet en wordt hij van schuld en oordeel vrijgesproken.
[13] De Doop is ook een belijdenis tegenover andere mensen om te laten zien dat de gedoopte bij God hoort. Dit is wat Paulus bedoelt als hij de Korintiërs vraagt naar hun Doop(1:13).
[14] Nu e dit weten mogen we ervan overtuigt zijn dat in de Doop we gesterkt en gevoed worden, dat god tot ons spreekt en ons wast en ons aan de heerschappij van satan ontrukt en dat Jezus één met ons wordt. Dit is even zeker als het water dat wast of waar de dopeling in ondergedompeld wordt. Want dat is een Sacrament en dat is hoe Jezus tot ons wilt spreken.
[15] Zo werd Cornelius de hoofdman gedoopt tot meer zekerheid in zijn geloof. Paulus werd gedoopt om de vergeving van zonden gerust te aanvaarden. Het is zeker een krachtig handelen van God naar ons toe, maar puur als symbool genomen is het een teken van ons vertrouwen in Gods barmhartigheid, onze reinheid in Jezus en onze eensgezindheid in de Kerk.
[16] Het maakt niet uit wie de doop bedient, want het is ten diepste het handelen van God, net zoals het niet uitmaakt welke postbode een brief bezorgt. Dit was vroeger de dwaling van de donatisten en in Calvijns tijd de dwaling van de wederdopers. Ook in het pausdom werden mensen in de naam van de Drie-enige God gedoopt en was de Doop met dezelfde inhoud.
Morgen lezen we boek IV.15.17 - IV.15.17.22
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten