vrijdag 27 november 2015

27-11; Boek IV.17.40 - IV.17.45

[40] Er zit wel een keerzijde aan het Avondmaal, voor ongelovigen is het een veroordeling, niet omdat het gezegende Avondmaal niet van zichzelf goed zou zijn, maar omdat de ziel waar het in komt berdorven is. Ongelovigen mensen die eten doen het Avondmaal smaad aan. Ze doen iets wat ze niet erkennen, namelijk het uiten van vertrouwen en geloof in de gemeenschap met Christus in het Avondmaal. Ook verscheuren ze het Lichaam van Christus, de Kerk, door hun zondes te vermengen met het teken van Christus' lichaam. Zo tekenen de ongelovigen hun eigen vonnis. Daarom roept Paulus ook op tot zelfbeproeving, of mensen wel echt op Christus willen vertrouwen voor hun zaligheid, en of ze Christus willen navolgen in het geven van zijn leven en het oefenen van gemeenschap met de broeders.

[41] De roomsen willen alleen mensen aan het Avondmaal toelaten die in een staat van genade zijn, dat is rein en gezuiverd van alle zonden. Hierdoor wordt zelfonderzoek een marteling, niemand mag dan aangaan. Zelfs die staat bereiken door berouw en boetedoening is lastig omdat je nooit weet of het genoeg is. Hierover is al geschreven op een eerdere plek in de Institutie, III.4. Deze zelfbeproeving helpt absoluut niet bij de notie van het zichzelf oordeel eten en drinken door onwaardig aan te gaan aan het Avondmaal.

[42] Niemand is waardig, maar we moeten juist in gedachten houden dat het Avondmaal rijkdom is voor de armen, geneesmiddel voor de zieken en hebben niks te bieden voor rijke en gezonde mensen.We moeten God onze onwaardigheid aanbieden en ons door Christus in Zijn ontferming tot waardige mensen laten maken. Dan is het soms een verschrikking om te denken dat zulke zondaars deelhebben aan het lichaam en bloed van Christus. Dat laat alleen maar zien dat we het nodig hebben. Onze waardigheid ligt vooral in het geloof in Christus. Het is eigenlijk gek om het Avondmaal aan te bieden aan mensen die het niet nodig hebben.

[43] Er zijn veel middelmatige zaken over het brood en de wijn bij het Avondmaal waarin de Kerk zelf mag beslissen wat voor brood en wijn en hoe dit uitgereikt mag worden. Calvijn roept op om niet allemaal trucjes te bedenken om het volk naar de ogen godsdienstig te laten zijn, ongeacht hoe oud die manieren ook zijn. We moeten de berg ceremoniën achter ons laten en tenminste een keer per week Avondmaal vieren in de Kerk met de volgende opeenvolgende elementen, uiteraard na de preek in de eredienst.
- Brood en Wijn op tafel zetten
- Spreken over de inzetting van het Heilig Avondmaal
- De beloften van het Avondmaal ter sprake brengen
- De tucht toepassen en mensen uitsluiten volgens de regels van de Heere
- Bidden om vorming en onderricht in geloof in onze harten voor deze maaltijd of Jezus ons waardig wil maken
 - Een psalm zingen of iets lezen, de gelovigen kunnen in gepaste orden aangaan.
- Predikant reikt brood en wijn aan.
- Aansporing van predikant tot oprecht geloof, belijdenis en naastenliefde
- Lof en dank zingen aan God

[44] Het is dus duidelijk dat het Avondmaal vaker dan de toen gebruikelijke een keer per jaar gevierd moest worden(in de RKK). Het moet zo vaak mogelijk gevierd worden om herinnerd te worden aan Christus en het geloof te laten ondersteunen terwijl met het Avondmaal de liefde voor de broeders en zusters tot uitdrukking komt. Eigenlijk zou er volgens Calvijn geen dienst mogen zijn zonder Woord en Sacrament. Dat is ook zo vroeger geweest in de Oude Kerk, sterker nog, mensen die niet aan het Avondmaal gingen werden aangespoord en bij volharding uit de Kerk geweerd.

[45] Augustinus bericht dat mensen aangespoord werden tot het Avondmaal, best dringend zo te lezen. Chrysostomus noemt mensen die niet aangaan brutale en lompe vlegels die bij de gastheer wel de indruk wekken aan tafel te gaan maar toch niet doen.

Volgende week lezen we boek IV.17.46 - IV.18.1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten