vrijdag 4 december 2015

04-12; Boek IV.19.1 - IV.18.6

En dan nu over de sacramenten die geen sacramenten zijn.

[1] Nu gaat Calvijn in tegen de algemene opvatting van vijf sacramenten. Calvijn zal ze bespreken zonder alle opsmuk erbij. De discussie moet dan beginnen over het woord Sacrament, je kan met andere zaken een woord kiezen en het definiëren naar believen, maar het woord Sacrament is anders. De roomse theologen hanteren de definitie van een Sacrament dat het een zichtbare gestalte van een onzichtbare genade is. Het zijn vaten van de Heilige Geest, instrumenten tot gerechtigheid en oorzaken om genade te verkrijgen. Di geldt wat hun betreft niet voor de Sacramenten uit het OT. Het woord wordt wel toegepast op willekeurige rituelen als het laatste oliesel en bijzonder geacht omdat het een Sacrament zou zijn. Maar Calvijn treft geen belofte en gevel aan in de Bijbel voor het laatste oliesel.

[2] Een Sacrament is bedoeld voor een mensengeweten te sterken met een beloften. En alleen God kan van Zichzelf getuigen en kan dus Sacramenten instellen. Je moet wel een onderscheid maken tussen Sacramenten en ceremoniën, anders worden de manieren die de heiligen in de Bijbel deden opeens een Sacrament. Calvijn vindt het bijzaken, maar merkt wel nadelige gevolgen van de verwarring tussen Sacrament en ceremonie.

[3] Het doet Calvijn niks dat men de Oude Kerk als argument erbij haalt, nergens wordt een melding gedan van zeven Sacramenten, ook is het niet bekend wanneer de zeven de Kerk zijn binnengeslopen. Vroeger was het woord Sacrament wel wat losser gebruikt. Maar het blijkt in ieder geval uit werk van Augustinus dat er sowieso twee waren, Doop en Avondmaal en dat er over andere Sacramenten hiernaast wordt gezwegen.

[4] De comfirmatie, dit was voor de kinderen van gelovigen een punt dat ze geloofsbelijdenis aflegden voor de bisschop, waarna ze de handen opgelegd krijgen. Calvijn verwart hier volgens de voetnoten he gebruik van ketters die weer in de Kerk worden opgenomen en niet opnieuw gedoopt hoeven te worden. Mijns insziens bedoelt Calvijn alleen te zeggen dat het handen opleggen en bevestigen van volwaardig gemeentelid zijn te maken met de Doop, maar niet als een handeling los van de Doop. Er wordt niet nieuwe genade aangezegd. Dat is in de Doop al gebeurd

[5] Later is dit dus een Sacrament geworden, de confirmatie. Dit zou de genade van de Doop vermeerderen. Er wordt gezalfd en mensen worden toegesproken. Maar er is geen woord van in de Bijbel te vinden. De vraag die Calvijn stelt o de confirmatie als Sacrament uit de mensen of uit de hemel is.

[6] Maar de roomsen voeren het voorbeeld van de apostelen aan in Hand. 8. De Samaritanen kregen de heilige Geest door de handoplegging. Calvijn denkt eerder dat de handoplegging een teken was van bijzondere aanbeveling bij God, een ceremonie, niet een diepere verborgenheid. Het hoorde dan ok bij de apostelen, maar de apostelen en de wondertekens die ze verrichtten door handoplegging zijn nu niet meer in de Kerk. Niet dat de Kerk zonder iets is gebleven, ze heeft het Woord.

Volgende week maandag lezen we boek IV.19.7 - IV.19.13

Geen opmerkingen:

Een reactie posten