woensdag 9 december 2015

09-12; Boek IV.19.20 - IV.19.25

[20] Over de zalving/laatste oliesel, we hebben geen Sacrament daarin zoals we wel Sacramenten hebben die door God zijn ingesteld en aan ons verbonden zijn. Anders zou de besnijdenis ook een Sacrament van de Kerk zijn. Maar de zalving was dan als handeling meegegeven aan de apostelen. Nu kan feitelijk iedere olie de kracht van de Heilige Geest zijn. Maar dit kan dus niet, vanwege de definitie van Sacramenten die Calvijn hanteert.

[21] Maar goed zelfs als Jacobus dit wel als Sacrament bedoelde, zitten de roomsen er nog naast omdat ze de zalving pas toedienen als de zieke halfdood is, tot op het uiterste van de ziekte. Ook zou het dan door ouderlingen en niet door de priesters toegepast mogen worden nadat de bisschop er allemaal rituelen mee heft uitgespookt. Jakobus zegt dat de gebeden verhoord zullen worden als de zieke door ouderlingen gezalfd wordt. Maar ook de geschiedenis laat andere zaken zien, Van Innocentius, de paus ten tijde van Augustinus, mochten alle christenen in geval van nood zichzelf of een andere gelovige zalven.

[22]Over de wijdingen wordt het was lastiger. Dit is één rooms Sacrament met 7 onderverdelingen of kleine sacramentjes. Deurwachters, lezers, exorcisten, acolieten, onderdiakenen, diakenen en priesters. Dit vaak op basis van de zevenvoudige gaven van de Geest in Jes. 11:2(in het Latijn zijn dit er zeven terwijl de letterlijke tekst 6 gaven kent). Ook is het maar net welke schrijver je pakt of het er 7 of negen zijn en of tonsuur en bisschop er wel of niet bij horen. Dat gebeurt er dus als je los van het Woord gaat redeneren.

[23] Ook hebben de roomsen zeer speculatief alle ordeningen aangewezen in het leven van Jezus, zodat Hij alle ambten ook Zelf had. Calvijn vindt dit te onbenullig om te weerleggen.

[24] Desondanks worden deze ambten weer gedelegeerd aan armen en kinderen. Eigenlijk doet zo'n iemand alles tot het moment dat hij de titel zelf krijgt. Ook zegt Calvijn dat de exorcisten zelf vaker bezeten zijn dan geesten uitdrijven. Alles over de zevenvoudige ambten is uiteindelijk kletspraat.

[25] Ook de wijdingsceremonie kan Calvijn niet bekoren, vooral de tonsuur, het scheren van de schedel. Het moet een kroon zijn als symbool van het koninklijk priesterlijk geslacht van 1 Petr. 2:9. Of het kan nog zoveel andere symbolische betekenissen hebben. Alsof het voorhangsel niet is gescheurd. Calvijn zou liever hebben dat ze uitvoerden dan symbolen bedachten.

Morgen lezen we boek IV.19.26 - IV.19.32

Geen opmerkingen:

Een reactie posten