donderdag 10 december 2015

10-12; Boek IV.19.26 - IV.19.32

[26] Calvijn gaat verder met het afkeuren van de tonsuur. Er zitten ook wat gekke kanten aan, het wordt gekoppeld aan het nazireeërsschap, maar dan zou het volgens Calvijn gewoon een Joodse ceremonie zijn, niet een ceremonie voor de Kerk. Het voorbeeld van het scheren van het hoofd in Hand. 18 is niet duidelijk wie nou het hoofd schoor, en als het Paulus was, was het uit naastenliefde voor zwakke broeders. Maar de roomsen willen het hoofd scheren omwille de heiligheid, dat is een tweede Jodendom oprichten.

[27] Bij Augustinus is te lezen dat geestelijken hun haren moesten knippen omdat ijdeltuiten hun haren lang lieten groeien en geestelijken niet verwijfd over mochten komen. Dit werd ook gehandhaafd toen de Europa werd gekerstend en er volken bij kwamen die hun haar lang lieten groeien. In slechtere tijden werd dit dus onderdeel van een bijgeloof.  En dat willen ze nu maken tot een Sacrament. Het is volgens Calvijn gek om alle lagere wijdingen tot een Sacrament te willen maken, met al hun rituelen en attributen. Ze zijn door mensen verzonnen.

[28] De priester, diaken en onderdiaken worden geschaard onder de hogere wijdingen of de heilige orden. Priester en presbyter zijn in de zaak hetzelfde. De roomsen hebben hiervan iemand gemaakt die het offer van Christus' lichaam moet brengen en bij zijn wijding een schaal hosties krijgt en zijn handen gezalfd worden, zonder bewijs voor deze instelling in de Bijbel. Het is de naam priester willen afpakken van Jezus, in Hem zijn wel weliswaar priesters, maar dan om Hem te loven en eren. Een rooms priesterschap is wel God onterend, zeker als je daar een Sacrament van wil maken. Het ambt van presbyter komt uit de Schrift en is een betrouwbaar teken van genade. Het gaat om Evangelie verkondiging en het weiden van de kudde. De genade van de Heilige Geest is er om de leiding over de Kerk te kunnen voeren.

[29] Het teken hiervan is dat Jezus over de discipelen blaast en de Heilige Geest belooft(Joh. 20). Dit is niet gedaan om bij een priesterwijding te herhalen, maar als een eenmalig teken. Wie dit wel wil imiteren vervalt tot spottende na-aperij.

[30] De zalving van de handen is een na-aperij van de priesterwijding van de zonen van Aäron, de grondlegging van hun orde. Maar juist de priesterwijding was een voorafschaduwing van het priesterambt van Christus. Zo staan ze Jezus in de weg. En waarom vullen ze de Kerk dan niet met dieroffers. De zalving is zo erger dan de besnijdenis, zeker als mensen hier iets verdienstelijks van maken.

[31] Het is de vraag van Calvijn waarom ze zo hangen aan de zalving met olie, dat een geestelijke stempel zou zetten. Het is een teken zonder woord, en als er een woord bij wordt gevonden, waarom dan niet de priesterkleding, de offers en de heiliging van de priester in hun kleren en oorlellen? De roomsen proberen een samengestelde godsdienst te maken van jodendom, christendom en heidendom. Bij de wijding hoort ook de handoplegging, wat volgens Calvijn misschien wel een Sacrament kan zijn, maar dan weer niet zoals het toneelstukje dat de roomsen opvoeren.

[32] De diakenen zijn op zich niet verkeerd, als ze maar een voorbeeld nemen aan de diakenen uit de vroege Kerk, niet zoals ze in Calvijns tijd waren. Het takenpakket is niks meer van wat het vroeger was. En de wijding lijkt haast op een apostelwijding dat die onevenredig is met de rang van diaken in de ambten.

Morgen lezen we boek IV.19.33 - IV.20.1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten