maandag 7 december 2015

07-12; Boek IV.19.7 - IV.19.13

De 49ste week van Lectio Calvini, de een na laatste week, zo zijn we net voor de feestdagen klaar met het lezen van dit werk. Zo is het nog wel te doen.

[7] Het ging over het Sacrament van de zalving bij de confirmatie, een rooms bedacht Sacrament. Als dit een Sacrament is, zou het moeten blazen op de discipelen dit ook moeten zijn omdat de Heilige Geest hiermee werd gegeven door Jezus(Joh. 10). Dat Jezus dit deed, betekent niet dat wij het na ouden moeten doen. En dan nog, wie zegt dat er echt de kracht in de olie zit die de roomsen eraan toeschrijven? Olie is van tijdelijke aard en heeft niks te maken met de geestelijke aard van het koninkrijk. Dit geldt ook voor water, wijn en brood. Deze houden hun substantie, het zijn voorbijgaande tekens, maar door het Woord van God worden ze geheiligd om Sacramenten te zijn en ons geestelijk onderwijs te geven.

[8] In de confirmatie wordt de genade in de gelovige vermeerdert om hem toe te rusten voor de strijd. In de Doop is de persoon wedergeboorte, maar nog niet toegerust voor de strijd. Calvijn vindt dit een dwaling en te kort doen aan de Doop. In de Bijbel  staat dat de apostelen allang de Geest hadden, maar dat er wordt bedoeld dat er zichtbare werkingen en genadegaven waren toen de Geest werd uitgestort op Pinksteren. De duivel liegt dat er in de confirmatie wordt gegeven wat er niet in de Doop zou zitten. Zo verduistert de confirmatie de Doop.

[9] Een christen is pas een volwaardige christen als hij de handoplegging van de bisschop heeft gekregen en gezalfd is. Calvijn spot ermee en zegt dat het onderwijs van Christus dus pas compleet is door de zalf. En de martelaren en apostelen zijn geen christen. En waarom maken de roomsen dan geen haast om meer mensen te zalven, dat is nu in de christenheid ook een minderheid die gezalfd is.

[10] Sommigen achten de confirmatie hoger dan de Doop, dat vindt Calvijn natuurlijk niet leuk, zoals het felle stukje uitdrukt. Sommige roomsen hangen de waarde van de confirmatie op aan het feit dat deze in tegenstelling tot de Doop niet door een priester, maar door een bisschop wordt bediend. Dit is donatisme volgens Calvijn. Ook zijn de redenen waarom alleen een bisschop dit mag doen niet consequent. Het is spelen met de teksten van de apostelen die ene keer worden beschouwd als priester en andere keer als een soort apostel. En in de geschiedenis was het ook iets voor priesters, als we in een brief van Gregorius lezen.

[11] Calvijn herinnert de lezer eraan dat de wirwar van ceremonieën de oorspronkelijke bedoeling van God verduisterd heeft, de confirmatie vindt hij een typisch voorbeeld. Calvijn acht de Doop oneindig veel meer waard dan de confirmatie, desondanks de duurdere olie. Dit laat allen maar de afzetterij zien. Ook baat het niet dat er door de apostelen bij de handoplegging zichtbare tekens te zien waren, dit is namelijk bij hun confirmatie afwezig.

[12] Een beroep op de oude Kerk werkt ook niet. Niet alleen moet een Sacrament van God vandaan komen en niet vanuit mensen, maar de kerkvaders spreken over twee Sacramenten. Ze spreken wel over handoplegging, maar niet als Sacrament. En de Geest wordt hierbij gegeven door de band van de vrede aan ketters, daarom hoeven ze niet opnieuw gedoopt te worden. Context van citaten zijn belangrijk.

[13] Als we nu maar eens aan de oudere instelling bleven vasthouden, dat de confirmatie niet met de Doop, maar met de catechese te maken had. Kinderen en jonge mensen moeten de leer aangeleerd krijgen door een op te stellen standaardtekst waarna ze bevraagd kunnen worden op alle belangrijke onderwerpen waar de gemeente mee dient in te stemmen. Calvijn denkt aan kinderen van 10 jaar. Dit zou ook ouders aansporen om hun kinderen niet te verwaarlozen in de leer. Ook bereik je hiermee veel overeenstemming over de leer en was er een sort methodische leerschool voor het geloof.

Morgen lezen we boek IV.19.14 - IV.19.19

Geen opmerkingen:

Een reactie posten