dinsdag 15 december 2015

15-12; Boek IV.20.8 - IV.20.11

[8] Personen kunnen en mogen niet kiezen welke regeringsvorm ze het liefst willen hebben. vaak is de huidige vorm een kwestie van omstandigheden. Sowieso hebben regeringsvormen allemaal hun nadelen hebben.  Maar Calvijn heeft toch een voorkeur voor een aristocratie, al dan niet gemengd met een democratie. Dit komt ook voor in de Bijbel waar in de tijd van David het volk Israël ook adel had. Het is onzinnig om de ene vorm te kiezen terwijl men in een andere vorm zit, de wereld wordt in stand gehouden door een ongelijke verdeling van staatsvormen.

[9] Alle regeringsvormen beginnen met een godsdienst, er zijn nooit regeringsambten geweest die hun uitgangspunt niet namen in een religie. Dat leren we van Cicero. Daarom moeten we dus ook niet schamen om ons uitgangspunt voor de regering te nemen in allebei de tafels van de Wet. In de Bijbel zien we ook dat koningen geprezen worden als ze de godsdienst in stand houden. Ook de tweede tafel is belangrijk, er wordt aangespoord om recht en gerechtigheid te betrachten in de samenleving. Ze moeten goede mensen belonen en slechte mensen straffen, iets wat we ook leren uit de werken van de oude Grieken en Romeinen, maar ook al in JEremia klinkt als ene oproep aan de overheid.

[10] Maar het probleem van de christelijke overheid is de vraag of vroomheid en de doodstraf samen gaan. Er staat in de Wet dat er niet gedood mag worden. Maar omdat de overheid het zwaard van God heeft gekregen is een doodstraf een terechte straf, is het de wraak van God uitoefenen door de overheid. Dit wordt ook gedemonstreerd door Mozes, David en Salomo. De goddelozen moeten verdreven worden uit de stad van God. Goddelozen en schuldigen niet vervolgen is geen juiste houding en niet juist optreden. Desondanks moet er wel een balans gezocht worden tussen buitensporige wreed en mild optreden van een vorst.

[11] Overheden hebben de macht om de rust en vrede te bewaren en mogen dus mensen vervolgen den straffen die door rebellie een bedreiging vormen voor de rust en vrede. Zo is ook een oorlog gerechtvaardigd. De vorsten dragen wapens om de rust en vrede in hun eigen gebied te handhaven, maar ook om in oorlog te verdedigen als ze worden aangevallen.

Morgen lezen we boek IV.20.12 - IV.20.18

Geen opmerkingen:

Een reactie posten