dinsdag 16 juni 2015

16-06; Boek III.3.8.4 - III.8.10

God geeft ook volharding[4] en laat het zichtbaar zijn in de levens van de heiligen. Volharding is een goede gave, maar deze gave moet dan wel worden gebruikt, dus is er een kruis te dragen zodat de volharding zichtbaar wordt.

[5] Ook is een kruis soms nodig om onze verlangens onder de duim te houden. Als de teugels worden gevierd is de mens geneigd om Gods juk van de schouders af te schudden. Een beetje verlichting wordt al snel het afweren. God leert ons het vlees te beteugelen door middel van het kruis.

[6] Als de Heer ons straft kan dat ook vanwege een zonde in het verleden zijn. In een tuchtiging meten we dus ons verleden nog eens doornemen en hieruit geduld halen. God kastijdt ons hier zodat we later niet gestraft hoeven te worden. Dan moeten we ook op Gods mildheid en goedheid blijven zien, God kastijdt opdat we er beter van worden en niet onszelf verharden zoals de goddelozen doen als God ze straft.

[7] Vervolging om de gerechtigheid is een groot voorrecht in de krijgsdienst voor God. Als we vervolgd worden om de gerechtigheid hebben we een grote schat in de hemel en is datgene wat normaal grote rampspoed is (ballingschap, eerverlies, gevangenschap) het grootste geluk.

[8] Dit moet ons aansporen om dit alles dankbaar uit de hand van God te ontvangen, hoe gek dat ook moge klinken. Deze blijdschap is geen compensatie, anders zou het geen kruisdragen meer zijn.

[9] Kruisdragen is iets anders dan ongevoelig zijn, christenen zijn geen stoïcijnen(http://nl.wikipedia.org/wiki/Stoa). Stoïcijnen omschrijven een onmenselijke volharding. Er zijn wel stoïcijnse christenen voor wie zuchten en klagen niet alleen zonde is, maar bedroefd en bekommerd zijn ook. Calvijn zegt dat dat vaak mensen met een gemakkelijk leven zijn. Christus zuchtte en weende ook en sprak de treurende zalig, zodat niemand dit kon afkeuren.

[10]Calvijn schrijft dit alles om christenen voor wanhoop te bewaren. Het is desalniettemin wel menselijk om een botsing te merken tussen het lijden en de volharding. Petrus ging ook de dood tegemoet maar zou waarschijnlijk aan de ene kant bang geweest zijn, aan de andere kant vurig van geest.

Morgen lezen we boek III.3.8.11 - 3.9.4

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten