dinsdag 23 juni 2015

23-06; Boek III.11.9 - III.11.11

Osiander wordt verder onderzocht en weerlegd door Calvijn. [9] Calvijn laat namelijk zien dat de Schrift het vlees van Christus, dat is Zijn persoon, tot gerechtigheid die God welgevallig is, voor ons is gemaakt. Het gaat, net zoals in het Avondmaal, om de hele Christus.

De éénwording met Christus, de mystica unio, is het belangrijkste wat een christen kan hebben. Hierdoor krijgen wij alles wat Christus ons wil geven als ons Hoofd. Omdat christenen deel zijn van Zijn Lichaam delen we in Zijn gerechtigheid. De geestelijke verbintenis verschilt van de stoffelijke vermeninging die Osiander voorstaat.
Osiander betrekt dit ook op het Avondmaal en scheldt iedereen die het niet met hem eens is uit voor Zwingliaan(die zijn namelijk van oordeel dat Christus niet wezenlijk gegeten wordt in het Avondmaal). Osiander leert hierin ook vermenging, en ook dat Gods gerechtigheid hetzelfde is als God Zelf. Calvijn schrijft dit af omdat we pas na de Jongste Dag God gelijk zullen zijn en Hem zien zoals Hij is.

[11]Het is een onduidelijke en vrij nietszeggende leer van Osiander, maar we moeten het stuk dat we rechtvaardig zijn met God nog nader onderzoeken. Het ondermijnt het vrijmoedig aanroepen van God, omdat Osiander niks moet hebben van de toegerekende genade. Maar de Bijbel zet de rechtvaardiging neer in termen ontleend aan de rechtspraak en ergens anders dat de rechtvaardiging de vergeving van zonden is. Maar gerechtvaardigden die goddeloos blijven wil er bij Osiander niet in. Maar Calvijn leert dat dit geen bezwaar is als je de rechtvaardiging onderscheid van de wedergeboorte. De rechtvaardiging is van de totale mens, en de wedergeboorte is iedere dag stukje bij beetje en wordt voltooid in de hemel. Op deze manier kan een mens vrijmoedig God aanroepen desondanks de mens ook ziet dat hij te veroordelen is.


Morgen lezen we boek III.11.12 - III.11.7

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten