[4] De kracht van de belofte ligt ook in het geloof, niet in de verdiensten. De belofte van God vindt zijn grond in Gods ontferming. Zo is er in de prediking niet waaraan je hoeft te twijfelen(Augustinus). Dus de beloften zijn alleen van kracht als ze in vertrouwen met geloof worden aangenomen, hiertegenover staan twijfel en je gerustheid vinden in werken. Christenen hebben hun zekerheid te vinden in Christus. [5] Aan de hand van Paulus wordt dit nog eens bevestigd door Calvijn. Hij is m.i. wat breedsprakig over dit onderwerp.
[1] Nu een stuk antropologie, er zijn vier soorten mensen ten opzichte van de rechtvaardiging.
- Mensen in afgodendienst zonder kennis van God.
- Ingewijde mensen(gedoopt), maar leven niet volgens Gods wil. Naamchristenen.
- Geveinsden, mensen die moedwillig de boel bedriegen(waar die van soort 2 te onderscheiden zijn wordt hopelijk uitgewerkt, want ik zie het nu niet.
- Echt weder geboren mensen die heilig proberen te leven.
Bij de eerste soort mensen is er geen gerechtigheid te vinden. Ze kunnen indrukwekkende daden doen en eerbaar leven, maar het gaat om de bron waar dit alles uitvloeit, hun hart.
[2] Uiteraard zijn alle deugden aan hen geschenken van God, we mogen ook wel in die zin goede en slechte mensen zien. Ongelovigen die fatsoenlijk leven moet je niet voor de dictators en losbandige mensen houden. Uiterlijke deugden hebben hun waarden en daarom beloont God deze met tijdelijke goederen.
[3] Maar Augustinus heeft ook gelijk, dat tegelijkertijd deze mensen straf verdienen, omdat ze dit alles alleen maar uit eerzucht en eigenliefde nastreven. De onzuiverheid van hun hart zorgt ervoor dat de deugden in de oorsprong aangetast zijn. Ze hebben geen oog voor het doel dat God in Zijn wijsheid aanwijst.
[4] Buiten Christus is er geen leven, geen deugd. Augustinus zegt dat het geloof van wat eerst goede werken leken, zonde maakt. Dat het beter is te hinken op de weg dan te rennen naast de weg. Zonder de gemeenschap met Christus is er geen heiligmaking
[5] De ongelovige mens is dood en kan niks bijdragen qua werken. De mens is tot niets in staat. Hiervan getuigt de Bijbel vaak en duidelijk. Als we dit belijden ontzeggen we onszelf de gerechtigheid en belijden we echt dat Christus gekomen is om zondaren te roepen en niet de rechtvaardigen die met hun eigen werken komen aanzetten.
Morgen lezen we boek III.14.6 - III.14.11
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten