Week 26 van Lectio Calvini, gaat lekker!
[6] Ootmoed is de totale ontlediging van het zelf, wie nog een klein beetje rechtvaardiging achter houdt is niet ootmoedig en is zelfs niet bescheiden. Ootmoed is verslagen neerliggen in je armoede. Het gaat om de verbrijzeling van het hart, die je het onmogelijk maakt om op te staan.
[7] De vergelijking van de tollenaar spreekt boekdelen(Luk. 18) De tollenaar heeft oprechte verootmoediging. De farizeeër erkent dat zijn gerechtigheid een gave van God is, maar de manier waarop hij hiermee omgaat leidt hem direct weg van het aangezicht van God als onwelgevallig en gehaat. Ons hart zit zo dus direct op slot en kan de barmhartigheid niet ontvangen. Jezus is gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar de zondaren.
[8] We moeten ons ontdoen van de ongevoeligheid voor zonden en de toorn van God, als ook van vertrouwen in onszelf, om tot Christus te vluchten en door Hem vervuld te worden. We kunnen alleen getroost worden als we niet van alle troost in onszelf afzien.
[1] Gods eer staat als een huis en hier is niks aan af te dingen. Wie in zichzelf roemt doet Gods eer te kort, dit laat de Bijbel ook vaak genoeg zien. Gods eer wordt op de juiste manier gezien als God als enige rechtvaardig wordt gezien.
[2]In jezelf roemen is tegen God roemen is de vuistregel van Calvijn. Tegenover God is zelfvertrouwen ongepast, want zo'n vertrouwen is roemen in zichzelf. Alles wat de mens aan rechtvaardigheid voor zichzelf claimt, rooft hij in dezelfde mate van de goddelijke gerechtigheid.
[3] "Wie al zeggen: ik heb mijn hart gezuiverd, ik ben gereinigd van mijn zonde'?(Spr. 20:9) Van Calvijn mag je het proberen, maar bij gewetensonderzoek komt er genoeg bovendrijven om geoordeeld te worden naar zijn werken. Er kunnen dan twee dingen gebeuren, of rust vinden in Zijn oordeel, of bevangen worden dor de verschrikkingen van de hel. Ons geloof zou leeg zijn als de gerechtigheid uit de werken was. Mensen zullen zichzelf daarom of bedriegen of wanhopen. Maar geloof is moed putten uit een standvastige zekerheid en een onwrikbare gerustheid als vaste grond.
Morgen lezen we boek III.13.4 - III.14.5
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten