donderdag 25 juni 2015

25-06; Boek III.11.18 - III.11.23

Calvijn laat ook op basis van een tekst uit Galaten(3:11)[18] dat je voor de gerechtigheid van de Wet werken van de Wet nodig hebt dus niet voor het geloof. Ook hier staan geloof en de Wet tegenover elkaar. Het geloof ontvangt de gerechtigheid die het Evangelie schenkt, vanwege Gods barmhartigheid

[19]Het probleem is dus dat de sofisten, of de tegenstanders van Calvijn, er wel in meegaan dat mensen door het geloof gerechtvaardigd wordt, het woordje 'alleen' is een probleem, omdat dit niet letterlijk in de tekst staat, maar wel uit de context blijkt van de teksten blijkt. Het staat er indirect dus, net zoals dat de gerechtigheid in het Evangelie wordt geopenbaard(Rom. 1:17), helemaal dus. Nu zijn er mensen die in navolging van Origenes de Wet alleen zien als de ceremoniële wet, en niet de morele wet. Maar dat klopt niet met wat de apostel zegt op meerdere plaatsen over de Wet. Er is kennis van zonde door de wet, hij werkt toorn, hij kan niet levndmaken e.d.

[20]De werken worden zo hoog aangeslagen omdat God ze goedkeurt. De werken zouden rechtvaardigen omdat God het wil. Voor de Wet zouden er dan ook geen rechtvaardige werken bestaan. Paulus roert dit aan omdat hierover gediscussieerd kon worden.
Er zijn ook mensen die zeggen dat geloof door de liede werkt en dus de liefde tot een verdienend iets maken. Dat is Calvijn ook een stap te ver, niet vanwege de liefde worden mensen gerechtvaardigd.

[21]Nu gaat Calvijn de uitspraak dat gerechtigheid in de vergeving van zonden bestaat uitdiepen. God is toorn op zondaars en op ons zolang we zondaars zijn. Zonden maken een scheiding tussen God en de mens, Gods gerechtigheid verdraagt niks van de zonde. Daarom moeten de zonde vergeven zijn wil God in verbinding met de mens komen.

[22] Vergeving van zonden en rechtvaardigheid worden vaak betrokken op verzoening(1 Kor. 5:19), zaligheid(Luk. 1:77). Ook is de uitdrukking te vinden bij Augustinus en Bernardus van Clairvaux.

[23] En dit komt omdat Christus's tussenkomst. We delen in de schatten van Christus, Deze laat ons delen in Zijn gerechtigheid en giet Hij over in ons vlees. Volgens mij is het belangrijke verbindende element hierin de mystica unio van III.11.10. We zijn als Jacob die zich in de kleren van Esau steekt om zo de zegen van Izaäk te krijgen.

Morgen lezen we boek III.12.1 - III.12.5

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten