donderdag 7 mei 2015

07-05; Boek III.1.1 - III.1.4

Boek III, 'De wijze waarop wij deel krijgen aan de genade van Christus, welke vruchten daaruit voor ons voortkomen en wat dit in ons uitwerkt.'

Zolang we buiten Christus zijn baat ons alles in het vorige boek niets. Alles was Christus heeft verworven verkrijgt een mens door geloof. Maar we zien ook dat niet iedereen het Evangelie aangrijpt. Daarom moeten we zoeken naar de verborgen werking van de Geest. Deze wordt namelijk een zegel genoemd en de Heilige Geest is de band tussen Christus en de gelovigen.

De Geest is dan ook door Christus gegeven om ons te voeden en onderhouden met algemene kracht en de wortel en het zaad is van het hemelse leven in ons. Omdat de Geest wordt gegeven door de Vader aan de Zoon om de Geest weer aan ons uit te delen wordt de Geest soms de Geest van de Vader en dan weer de Geest van de Zoon genoemd.

Om wat meer zicht op de Geest te krijgen volgt er een overzicht met benamingen voor de Geest. Hij is de Geest tot aanneming van kinderen, zegel en onderpand van onze erfenis, het leven door de gerechtigheid, water om dorst weg te nemen of om te reinigen, olie en zalving, of vuur en ook een fontein. Deze namen laten zien dat Christus zonder de Geest werkeloos op afstand blijft staan. Juist de Geest maakt ons één met Christus.

Maar het voornaamste werk van de Heilige Geest is het geloof. Geloof is een bovennatuurlijke gave door de Geest gegeven, de Geest is in die zin een inwendige leraar die de belofte van zaligheid in ons hart werkt.

Morgen lezen we boek III.2.1 - III.2.6

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten