donderdag 28 mei 2015

28-05; Boek III.4.5 - III.4.9

Het roomse priesterschap wordt ook onderbouwd met het verhaal van Lazarus, waarbij in deze versie de discipelen Lazarus opwekken. Allereerst is dit niet te vinden in de tekst. Maar ook een allegorische uitleg laat geen fundering van priester toe. Calvijn ziet het meer slaan op de barmhartigheid voor Jezus voor zondaren dan voor priesters.

De praktijk van de schuldbelijdenis bij de biecht funderen op de doop van Johannes en de oproep van Jacobus om voor elkaar te bidden na belijdenis kan ook niet. De teksten zeggen simpelweg iets anders. Wie weet van andermans zonden moet voor die persoon bidden.

De biecht is vanouds wel een praktijk geweest, maar nooit een verplichte praktijk. Het zou pas door paus Innocentius III opgelegd zijn tijdens het Vierde Latheraans Concilie in 1215. En in de praktijk van de biecht zit blijkbaar een formulering die doet suggereren dat alleen hermarodieten een keer per jaar moeten biechten. Deze wet om te biechten is niet door Christus opgelegd, maar in tijden van verval van de kerk. Uit het getuigenis van ene Sozomenus is op te maken dat dit gebruik typerend was voor Rome, maar niet voor de hele christenheid, dus niet katholiek. In Constantinopel is de biecht afgeschaft omdat een vrouw de biecht misbruikte voor 'omgang' met een diaken.

Er is zelfs een geschrift op naam van Chrysostomus, later blijkbaar een pseudografie, waarin de biecht wordt gezien als praktijk tussen mens en God.

Calvijn gaat de Bijbelse biecht uit de doeken doen. Allereerst staat in de oude Latijnse vertaling een woord voor biecht dat ook prijzen kan betekenen(of andersom), hier is flink misbruik van gemaakt. De logica is simpel. Aangezien God vergeeft en ons kent, moeten we onze zonden aan Hem opbiechten.

Wie zo belijdt zal ook Gods almacht belijden voor de mensen. Die kan dan getuigen van de eigen schanddaad en van de barmhartigheid van God. Wie aan God in het verborgene zonde heeft beleden heeft , zal dus vrijwillig openbaar verklaren hiervan als het van belang is voor de eer van God of onze eigen verootmoediging.

Volgende week lezen we verder in boek III.4.10 - III.4.15

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten