dinsdag 18 augustus 2015

18-08; Boek III.24.6 - III.24.11

[6] Bij de uitverkiezing komt ook de belofte dat Jezus trouw over de uitverkorenen waakt. Als we twijfelen aan de uitverkiezing moeten we nagaan of in aan de zorg van Christus zijn toevertrouwd, mochten we hieraan twijfelen, dan komt Hij ons tegemoet. We moeten Christus omhelzen. Er zijn veel dingen in de Bijbel die ons soms aan het twijfelen kunnen brengen, zoals 'vele geroepen, weinig uitverkoren', maar Christus bidt voor ons en belooft dat Hij niet zal afwijzen wat Hij uitverkoren heeft.

[7] Er vallen ook christenen af. Dit zijn mensen, naar de mening van Calvijn, die Christus nooit hebben nagevolgd met een geloofsvertrouwen waarin de verkiezing haar bevestiging vindt. Misschien leken ze wel op gelovigen, maar ze hadden niet het zekere middel om hun verkiezing vast te maken, namelijk het Evangelie. Als Paulus tekeer gaat in de bijbel is dat niet om mensen bang te maken of onzeker, maar om makkelijke vleselijk denkende mensen aan te sporen en te leren uitzien op God. En hij schrijft niet over concrete individuelen personen, maar over groepen en sekten in het algemeen.

[8] De roeping van velen en de verkiezing van weinigen(Matt. 22:14) hoeft met al het bovenstaande niet meer bang te maken. Er is een algemene en een bijzondere roeping. De eerste is de prediking voor iedereen en uitwendig. De tweede is innerlijk voor de verkondiging, het is de verlichting door de Heilige Geest. De laatste is soms ook voor korte tijd bij mensen die ondankbaar blijken te zijn. Dit zijn mensen uit de vergelijking uit Matt. 22, die geen bruiloftskleren, dat is de heiligmaking van Christus, aan hebben, maar lompen.

[9] Judas was niet uitverkoren, hij was wel geroepen, maar niet op de bovenstaande manier, hij was aangesteld tot apostel. Maar als Christus over de uitverkiezing preekt, wordt Judas uitgesloten(Joh. 13:18). Daarom moeten we ook niet Gregorius I aanhoren als die zegt dat we alleen kennis hebben van onze roeping en niet van onze verkiezing. Hij maakt verkiezing afhankelijk van werken juist om mensen in vrees te brengen en houden. Dit alles beschouwd laat zien hoe de uitverkiezing een bron van versterking voor het geloof is.

[10] Uitverkorenen worden in de loop van hun leven geroepen en in de kudde geplaatst. Er is geen zaad van de verkiezing, dat in de harten van gedoopten wordt geplant, waardoor ze altijd geneigd zouden zijn tot dienen en vrezen van God. Dit wordt door sommigen beweerd met Bijbelse voorbeelden die dus niet kloppen(Cornelius was al wedergeboren). Plus dat de Efezebrief niks laat zien over zaad van verkiezing. En waar Paulus schrijft over het nieuwe leven is er een duidelijk rijtje dingen die de mensen deden, maar nu niet meer moeten doen.

[11] Paulus schrijft nergens dat de bekeerden God moeten danken dat ze door het zaad zijn beschermd van verkeerde dingen. Net als Petrus die gewoon een tijd van begeerte als afgelopen ziet(1 Petr.4:3). Denken in het zaad van de verkiezing is buiten de Schrift omdenken. God laat mensen in hun zonden en beschermt alleen tegen de onvergefelijke zonde, tot het tijd is om te roepen.

Morgen lezen we boek III.24.12 - III.24.17

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten