woensdag 19 augustus 2015

19-08; Boek III.24.12 - III.24.17

Hoe zit het met de verharding? Calvijn wijdt er een paar paragrafen aan.

[12] God heeft dus sommige mensen geschapen tot de ondergang om werktuigen van Zijn toorn te zijn en toonbeelden van Zijn strengheid. Deze verworpenen krijgen soms geen prediking, en als ze wel prediking krijgen worden ze blinder en dwazer. Het eerste is te zien in de vierduizend jaar voordat Jezus kwam, er was geen Evangelie, maar de mensen daarna verdienden net zo min het Evangelie als de mensen ervoor, aldus Maleachi. De reden hiervoor is diep verscholen in Gods geheime raad. Het tweede is te bewijzen aan de ervaring van vandaag de dag en in de Bijbel, waarin duidelijk staat dat niet iedereen het Evangelie aanneemt.

[13] God verkiest sommigen dus en gaat aan anderen voorbij, er is, met Augustinus, niks anders op te zegen dat dit gods wil is en dat God wilt wat Hij wilt. Chrysostomus legt dan weer teveel de nadruk op de beslissing van de mens, terwijl in de Bijbel bijvoorbeeld staat dat Lydia God vreesde, maar toch door God haar hart geopend kreeg voor de leer van Paulus. Evenzo staat in de bijbel dat God Zijn Woord stuurt naar mensen om hen te verharden, zoals de Farao. God geeft Zijn onderwijs soms om te verdwazen.

[14] Waarom verharden sommige mensen hun hart? Wat is de reden? Er zijn er die zeggen dat de mensen dit hebben verdiend(zoals Erasmus blijkbaar), maar dat is nog niet de diepste reden. De diepste reden ligt eraan dat de mensen gemaakt zijn om de Naam van God over de aarde bekend te maken. Hun verdoemenis draagt bij aan de eer van God. Het is duidelijk dat halsstarrigen niet verontschuldigt worden als de aanneming van de genade alleen kan door de Heilige Geest. Mensen klagen om deze leer en zeggen dat God Zijn macht misbruikt. Maar de gelovigen weten dat er niemand is die het oordeel kan doorstaan en dat er dus niemand onschuldig is.

[15] Er zijn Bijbelteksten die het tegenovergestelde van deze leer lijken te zeggen.
Ezechiel 33:1, God wil niet de dood van de zondaar. Deze tekst gaat zo tegen de ervaring in, dat de conclusie wel moet zijn dat de tekst geen recht wordt gedaan als men de wil uit deze tekst opvat als tegenovergesteld aan Gods eeuwige raad. De profeet spreekt hier hoop op vergeving te wekken bij de mensen die zich bekeren. Gods barmhartigheid komt altijd de boetvaardigheid tegemoet, en wie boetvaardig is hoeven niet bang te zijn dat God hun dood in de zin heeft. De goddelozen worden dubbel gestraft omdat ze geen gehoor geven aan Gods vriendelijkheid.

[16] 1 Tim 2:3-4; God wil dat alle mensen zalig worden. Deze tekst moet vooral uit de contekst zijn betekenis krijgen. anders moet de vraag beantwoord worden waarom God zoveel volken en mensen niet het Evangelie heeft gegeven. Alle mensen slaat niet op de getalsmatige som van alle mensen, maar op alle soorten mensen. Er is geen categorie mensen uitgesloten. God ontfermt Zich over wie Hij Zich wil ontfermen. Het gaat niet om afzonderlijke mensen, maar om alle mensen.

[17] Sommige mensen halen hieruit dat Gods beloften in strijd zijn met Zijn eeuwig raad en dus minder betrouwbaar. Zeker niet, maar de belofte moet wel in geloof aangenomen worden. God belooft alles aan diegene die gelooft, en die gelooft gelooft omdat hij gepredestineerd is. De goddelozen wijzen de belofte af. Het is inderdaad niet goed om God twee willen toe te schrijven, maar twee willen zijn alleen het resultaat van slechte exegese.

Morgen lezen we boek III.25.1 - III.25.3

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten