donderdag 27 augustus 2015

27-08; Boek IV.1.5 - IV.1.8

[5] De ambten zijn aangesteld voor de opbouw van Christus' Lichaam. God heeft aan de herders de taak toebedeeld om de hemelse leer te prediken. God vervult ons met geloof door het Evangelie en behoudt de macht zo de macht om te behouden. In het OT waren er ook heilige bijeenkomsten waarin de priester de leer verkondigde. Ook daar was, net als nu, God aanwezig bij zijn inzettingen. God heeft dingen gestructureerd en als bron daarvan gebruikt Hij die structuren. God laat altijd mensen opstaan om te ons te leren en heeft ons niet afhankelijk gemaakt van engelen.
Aan de ene kant kunnen we zo getest worden op gehoorzaamheid. Aan de andere kant is het Gods aanpassing aan ons niveau zodat we niet wegvluchten door de donder van goddelijk spreken. De waarde van het Evangelie koppelen aan de verkondiger is dan ook ondankbaarheid. Dus het zelf uitzoeken met een boek en een meditatie zonder de openbare bijeenkomsten vindt Calvijn hoogmoed, afkeer of naijver.
De Kerk bestaat voornamelijk uit prediking en de onderwijzing een sterke band tussen de heiligen vormt. Een gelukkige ontmoeting in de eenheid van het geloof doet zich voor wanneer allen, van de hoogste tot de laagste, zich richten op hun Hoofd. Alle tempels die niet gebouwd zijn hiervoor zijn zinloos.

[6] Er is verwarring over het predikambt. Aan de ene kant denken mensen te hoog over het ambt, aan de andere kant willen mensen iets geestelijk niet in de handen van een sterfelijk mens leggen. Uit de Schriftgegevens concludeert Calvijn dat alleen God de eer en macht toekomt om het hart te vernieuwen en het verstand te verlichten. Maar wie leergierig naar Gods dienaren luistert zal daar ook de vrucht van leren kennen en snappen dat God niet zonder reden dit ambt heeft ingesteld.

[7] Over de kerk. De kerk is soms in de Bijbel de groep mensen die voor Gods aangezicht verkoren zijn, soms de groep mensen op aarde die gedoopt zijn en belijden Christus te vereren. En in die laatste categorie komen ook de huichelaars vol. Desondanks we geloven in de eerste versie van de Kerk, moeten we ook de tweede versie hoog houden en gemeenschap onderhouden.

[8] God weet wie de Zijnen zijn. We hebben als mensen wel onderscheidingstekens van de Kerk gekregen. Maar uitsluitsel hebben we nooit. De vroomste mensen kunnen vallen en de meest goddeloze mensen kunnen zich bekeren. Waar we ons daarom op moeten richten zijn de personen die het geloof belijden, voorbeeldig leven en deelnemen aan de Sacramenten.

Morgen lezen we boek IV.1.9 - IV.1.12

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten