Nu gaan we eens kijken wat Calvijn te vertellen heeft over ware en valse kerk.
[1] Zeden zijn geen belemmering om kerk te heten als Woord en Sacrament zuiver bediend worden. Er is een groot gevaar als de leugen de kerk binnen is gedrongen en het sacramentsgebruik in verval is. Bijvoorbeeld als het fundament van de leer van e apostelen en profeten wordt weggenomen. De Kerk is een pilaar van waarheid is kan er geen leugen regeren.
[2] Calvijn vindt dat de lezers zich van de Roomse kerk mogen scheuren omdat de prediking onder de maat is en leugens verkondigt en de sacramenten meer afgoderij zijn dan Sacramenten. Let wel; in die tijd was het inderdaad slecht gesteld met de RKK. MEt veel poeha wordt verkondigd dat de RKK de enige kerk is, maar hun argumenten zijn vooral geschiedenisboeken door kerken die door martelaren zijn opgericht, door een onafgebroken lijn bisschoppen bewaard. Calvijn geeft tegenargumenten. Allereerst geldt de bisschoppelijke opvolging alleen voor wat zij aanvoeren, Italië, Spanje, Frankrijk, maar hielp deze afstammeling niet in Azië, Egypte en Africa. Ten tweede is de Kerk in Griekenland ook een onafgebroken opvolgin, maar toch beweren de roomsen dat de kerk daar ten onder is gegaan, hoe kan dat?
[3] De roomsen zijn te vergelijken met de Joden in het OT die zich beriepen op de tempel, ceremoniën en uiterlijkheden. Met als verschil dat de KErk goed kan bestaan zonder de vormen die de roomsen aandragen. God heeft ook de tempel verlaten toen deze door de priesterdienst werd aangetast (Ez. 10:4). Zo kunnen roomsen niet overtuigen dat God altijd bij hun vast zit. Ook in de Romeinen brief worden de Joden als vijanden van de waarheid geschetst omdat ze Christus verwerpen, terwijl ze alles hebben wat ze zich maar konden wensen als kerk. God zegt dat alleen zij worden beschouwd als Zijn kinderen die geboren zijn uit het zuivere en ware zaad van de leer. God is niet gebonden aan goddeloze priesters, en desondanks de waardigheid van het ambt verdienen ze het dan om afgewezen te worden. Er bestaat niks knulligers dan de opvolging van mensen te verkiezen boven de trouw aan de leer. Dat bedoelde de kerkleraars ook niet. Ze hadden de opeenvolging van de bisschoppen alleen als maar als argument om nieuwe leren te weren. De RKK, vindt Calvijn, moet zich geen kerk noemen. Ook Augustinus had de gestalte van de kerk omschreven als niet altijd even zichtbaar. Ook gingen er soms steunpilaren van de waarheid in ballingschap of hielden ze zich schuil.
[4] We hoeven niet onder de indruk te zijn van de uitwendige poppenkast als we instemmen dat er pas sprake is van de Kerk als Gods Woord er aan te pas komt. Dat is namelijk het kenmerk, dat de stem van Jezus geluisterd wordt. De Kerk is gegrondvest op de leer van profeten en apostelen, de Kerk is het koninkrijk van Christus en Hij regert niet anders dan door Zijn Woord.
[5] Het verwijt aan de gereformeerden is dat ze ketters en scheurmakers zijn. Dat kan niet, want de gemeenschap bestaat uit broedelijke liefde en gezonde leer. Ketters tasten met dwalingen de zuiverheid van het geloof aan en scheurmakers zaaien tweedracht bij eenheid in geloof. Buiten het geloof is er geen samenspannen van gelovigen. Gereformeerden kunnen ketters, noch scheurmakers zijn.
Morgen lezen we boek IV.2.6 - IV.2.12
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten