De 37ste week van Lectio Calvini!
[2] Een andere pervertering van de oude praktijk is dat het volk geen stem meer heeft in de verkiezing. Als ze de kersverse bisschop zien is dit direct om hem te aanbidden, niet om hem te onderzoeken. Dat noemt Leo I machtsmisbruik. Cyprianus noemt het goddelijk recht dat er niks plaatsvindt zonder toestemming van de gemeente. Er zouden dus nu gen goddelijk en kerkrechtelijk geldige verkiezingen zijn. De tegenstanders van Calvijn vonden dat het nodig was het volk en de regering een stem te onthouden. Maar nu is het middel groter kwaad dan dan de kwaal. Het volk leefde vroeger ook met de regels voor de bisschoppen dus hoefde deze taak niet overgenomen te worden door kanunniken. Plus dat die interne regels de grootste zondaars het ambt in heeft geholpen.
[3] Het is ook dudielijk dat er in vroegere tijden veel beroering was bij de keuze van een bisschop. Toch dacht niemand eraan het volk hun recht te ontnemen. Calvijn schetst een lijn dat het volk wat slordig werd en de presbyters zich het recht toeeigenden ten koste van het recht van het volk. Vorsten zijn hier later bij ingesprongen en hebben bisschoppen opgedrongen aan kerken.
[4] Bisschoppen wijken af van de oude inzetting door geen presbyters te bevestigen om het volk te leiden en hoeden, maar om als priesters te offeren, net als diakenen om bepaalde ceremoniën uit te voeren. Ook wordt een inzetting van het concilie van Chalcedon ongedaan gemaakt. Hier is bepaald dat ordeningen niet in absolute zin mogen zijn. Een ordening moet met taak en plaats zijn. Dit is om te voorkomen dat mensen ergens geld zitten te verbruiken en dat er geen eretitels beschikbaar zijn. Er is dus ook een clandestiene handel in titels.
[5] Maar zelfs zonder misbruik is het raar om een presbyter te benoemen zonder plaats. En dan nog is het een vertekening van de oorspronkelijke taak, desondanks hij is opgeleukt met rituelen en vertoon. er wordt geen onderzoek gepleegd, alleen keken naar geld of kadootjes, daarna wordt er een ordening opgevoerd die Calvijn belachelijk vindt. Desondanks is de gevestigde orde van toen fel in het verdedigen.
[6] Er is een wildgroei aan praktijken rondom beneficies, dat zijn zaken die vroeger aan een ordening vastzaten, maar er nu volkomen los van staan. Ook vermoedt Calvijn veel simonie rondom de beneficies. Priesterplaatsen worden zo verkregen om het belang van mensen te dienen, niet het belang van de kerken.
[7] Het volk had het waarschijnlijk niet zover laten komen met hun benoemingsrecht. Nu kom je jonge manen tegen aan een hof die over meerdere kerken en bisdommen de leiding hebben. Gods Woord en Concilies spreken zich hiertegen uit. Dit zou de heilige opvolging zijn waardoor de kerk niet verloren zal gaan. Calvijn is, zoals te lezen is, verbolgen over de praktijk van de kerk van toen. En terecht.
Morgen lezen we boek IV.5.8 - IV.5.15
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten