[1] God bestuurt zijn kerk door mensen te gebruiken als instrumenten, omdat Hij niet met een zichtbare tegenwoordigheid onder ons is. Dit doet God allereerst om Zijn goedgunstigheid richting ons, we zijn ècht Gods tempel. Ten tweede is het een oefening in nederigheid om van iemand anders, een mensje uit het stof verrezen, het Evangelie te horen verkondigen. Zo is het ambt door God aangewezen als een middel om de eenheid te bewaren. In deze zin mag Ef. 4:4-16 gelezen worden, dat gaat over het ambt.
[2] Het ambt is gericht op eenheid in de Kerk en is de enige manier om de Kerk ongeschonden te bewaren, steunend op de middelen die God heeft besloten te gebruiken. Zich niet aan deze orde toeleggen is de Kerk vernietigen. Zoals in het dagelijks leven licht, eten en drinken nodig zijn om te leven, zo zijn ambt van apostel en herder hier op aarde om de Kerk in leven te houden.
[3] God acht het ambt hoog. Dit is al te zien hoe Hij spreekt over profeten en over de apostelen, die het zout van de aarde zijn. Wij mogen dan ook niet het ambt laten verachten en geheel laten verdwijnen. Het is een noodzakelijk ambt, Cornelius hoorde van engel dat hij een apostel moest zoeken. Paulus moest ook na het voorval onderweg naar Damascus onderwijs van een mens krijgen. God bewijst zo hoe belangrijk Hij het ambt ziet.
[4] Van de apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars hebben we alleen de eerste twee. De eerste drie waren voornamelijk van de vroegere periode van de Kerk en komen nu nog incidenteel voor als de tijd dat nodig heeft. Apostelen moesten de wereld over en de wereld overtuigen en brengen tot gehoorzaamheid van God en overal de fundamenten van de Kerk leggen. De profeten blonken vroeger uit door bijzondere openbaring, Evangelisten hadden iets minder aanzien dan apostelen en leken qua taak daarop. Het zijn Lukas, Timoteüs, Titus en de zeventig apostelen naast de discipelen. Deze ambten waren voornamelijk ingesteld om niet altijd te zijn, maar om het Evangelie verder te brengen naar plaatsen waar Mozes of Christus nog niet gehoord was. Desondanks zijn er af en toe nog apostelen, of meer evangelisten te vinden in tijden van grote afval in de Kerk. Het zijn buitengewone ambten.
De gewone ambten die de Kerk nooit kan missen, zijn herder en leraar. Leraars zijn er voor de zuivere uitleg van de Schrift en ervoor zorgen dat er geen dwaalleren komen, herders hebben dit ook, maar gaan ook over tuchtoefening, Sacramenten en vermaningen en aansporingen.
[5] Leraars lijken op oude profeten, herders lijken op apostelen. In feite zijn ook alle dienaren van de Kerk een soort apostel, maar de twaalf+Paulus apostelen zijn toch bijzonder, omdat het duidelijk moest zijn en dat men zekerheid nodig had over de zending van de nieuwe boodschap. De herders zijn ok toegewezen aan een bepaalde gemeente.
[6] De apostelen was opgedragen te evangeliseren, te dopen en brood en wijn te bedienen. Indirect is dit ook de opdracht aan de herders in de Bijbel. Wat apostelen voor de wereld deden, moet de herder voor de gemeente doen.
[7] Herders mogen zich wel af en toe lenen voor bijstand in andere gemeentes, maar in de regel blijven ze bij één gemeente. Herders moeten niet voor hun gemak zich van een gemeente losmaken, ze moeten wachten tot de gezagsdragers hen ergens plaatsen.
Volgende week lezen we boek IV.3.8 - IV.3.15
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten