[4] Om het weer eens te benadrukken, de sleutelmacht is de prediking van het Evangelie die sommige door bekering het koninkrijk der hemelen binnenbrengt. Lastig is het ook dat de paus volhoudt dat dit alleen tegen Petrus gezegd wordt. Zo gaat de leer verder mank. Even later in het Bijbelboek worden alle apostelen bevolen het Evangelie te prediken. Johannes Eck zegt dan dat het voorrecht van Petrus zit dat hij iets krijgt wat de apostelen allemaal gemeenschappelijk heeft gekregen. Maar Augustinus en Cyprianus benadrukken dat de sleutelmacht de eenheid van de Kerk uitdrukt.
[5] Maar het primaatschap van de paus als opvolger zit erin dat Christus op de rots/petrus de gemeente zal bouwen(Matth. 16:18). Maar Christus zegt hier tegen Petrus niets anders dan wat Petrus en Paulus over alle gelovigen zeggen. Christus is de hoeksteen en daarop worden we als gelovigen als stenen gebouwd als een tempel. Petrus mag dan eervol als eerste genoemd worden, maar er volgt niet uit dat hij macht over andere christenen krijgt. We zien in de Bijbel dat Petrus een zekere eer had en vaker het woord had, maar geen macht.
[6] De weerlegging over het woordspel tussen petra(rots) en Petrus hoeft niet weerlegd of besproken te worden, zelfs als kerkvaders(Leo I) daarmee aankomen. Het gaat duidelijk tegen de Schrift in. Petrus belijdt namens allen dat Christus de Zoon van God is. Die belijdenis is dan ook de rots waarop gebouwd wordt. Het gaat niet zozeer om het gezag van de kerkvaders voor Calvijn, dat behandelen zou de kwestie alleen maar onnodig vermoeiend maken.
[7] Op basis van andere Bijbelse gegevens is te zien dat Petrus weliswaar soms de voorzitter van de groep lijkt, maar dat hij andere apostelen hun mening laat uitspreken, de beslissing aan hen laat en zich daarnaar voegt. In zijn brief presenteert Petrus zich als gelijke. Hij verdedigt zijn handelen, volgt andermans bevelen op. Ook de eerste twee hoofdstukken van Galaten laten zien dat Paulus in alles gelijk is aan Petrus.
[8] Maar zelfs al zou Calvijn meegaan met de verdedigers, dan is er geen reden om van een bijzondere gebeurtenis een algemene en eeuwige regel te maken omdat de zaken wat het betreft verschillend zijn, 1 leider van 12 is iets anders dan 1 de leider van duizenden. Het is logisch dat er in een groep mensen een soort leider een voorzitter optreedt. Maar hieruit volgt niet dat iemand de macht over de hele wereld moet krijgen. Niemand kan die als enkeling regeren. Het voorbeeld van de bijen die een leider hebben accepteert Calvijn maar vindt hij niet van toepassing omdat er een koning(in)bij per korf is en deze wordt niet gekozen in een verzameling van alle bijen. Ook kunnen geen voorbeelden uit de Griekse wijsheid gehaald worden, die beweren alleen dat een rijk geen twee koningen verdraagt.
[9] Maar dan nog volgt daar niet uit dat als de hele wereld door een man geregeerd zou kunnen worden, dit ook moet gelden voor de kerk. Christus is het Hoofd en in Hem zijn we verzameld volgens de door Hem ingestelde orde. Alleen Christus mag de titel Hoofd hebben(Ef. 4:15). En een verzonnen ministerieel hoofd is niet geboden door Christus Zelf. NErgens is te lezen dat Christus een plaatsvervanger heeft aangesteld.
Morgen lezen we boek IV. 6.10 - IV.6.16
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten