donderdag 24 september 2015

24-09; Boek IV.7.18 - IV.7.22

[18] Eén man trok dus de macht naar zich toe en werd niet geremd door de bisschoppen die toch in deze machtsstrijd een onbekwame tegenpartij waren. Bij Bernardus van Clairvaux is te lezen hoever de Kerk in verval was geraakt. Rome was een plaats van ontucht, corruptie en onrecht. Er geldt het recht van de sterkste.

[19] En dan naar de tijd van Calvijn is de vergelijking van de paus met eerdere pausen ook tekenend. De pausen claimen gezag en met de stem van Petrus te spreken. Ze hebben zich het laatste woord gegeven in alle kerkelijke regelingen. En boven hen is er geen rechterlijke instantie om de macht in toom te houden. Het is buiten proportioneel dat een man over allen regeert zonder zelf aan welk oordeel dan ook onderworpen te zijn.

[20] Pausen zetten valse namen oud de geschiedenis onder verordeningen om te doen alsof het een heel oud besluit is. Dat terwijl de macht van de paus van recentere datum is dan de concilies. Zo heeft Gratianus ergens de naam Anastasius van Constantinopel gezet, die toch in de geschiedenis meer als de rivaal van de bisschop van Rome te zien is. ER zijn verzamelingen van decreten die wreedheid en tirannie vertonen, maar toch voor godsspraak voor moeten gaan.

[21] Calvijn wil de zaken niet op de spits drijven, maar stelt de woorden van Cyprianus voor, waarin niemand zich bisschop der bisschoppen mag noemen. En er zijn in de geschiedenis sowieso veel uitspraken te vinden die hetzelfde zeggen. Gregorius heeft de banvloek gesproken over de titel van universeel bisschop, de verdedigers van de stoel van Rome moeten zich maar eens verdedigen hiertegen. Een paus die willekeurig zijn macht uitbreidt is even onvroom als onmenselijk.

[22] Calvijn wil niet alles wat te bespreken is stuk voor stuk behandelen, maar vraagt de verdedigers van het pausdom of ze het aandurven om de het pausdom te verdedigen nu het in zo'n verdorven staat is. Erger dan bij Gregorius en Bernardus. Gregorius klaagt dat aardse zaken hem teveel bezig houden, maar toch kan hij preken, bemoedigen en vermanen en leiding geven aan zijn kerk. Ook Bernardus klaagt over de gebreken. Nu verschilde het in zijn tijd niet veel van de tijd van Calvijn. Het is onbeschaamd om in de tijd toen Gregorius en Leo te gebruiken als rechtvaardiging.

Morgen lezen we boek IV.7.23 - IV.7.30

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogpost.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten