[8] De termen opzieners, ouderlingen, herders en dienaren worden in de Bijbel zonder onderscheid door elkaar gebruikt, zo doet Calvijn dus ook. Dit zijn de termen voor het ambt van de woordbediening, kortom, de opzieners. In Efeze 4 gaat het ook niet om andere ambten. Andere ambten zijn te vinden in Romeinen en 1 Korintiërs, de zorg voor de armen en de regering van de Kerk. Regeerders waren uit het volk gekozen ouderlingen die letten op de levenswandel en de tucht handhaafde. Kenmerkende aan deze ambten was dat deze eeuwig was, in tegenstelling tot de andere ambten die ook genoemd worden in de twee eerdergenoemde brieven.
[9] Diakenen zijn er voor de zorg voor de armen. Er zijn in de Bijbel twee soorten te onderscheiden; die geld beheren en die voor de armen zorgen. Onder de laatste vielen ook de vrouwen of de weduwen uit 1 Tim. 5:10. Maar in de smalle zin van het woord diaken worden hen bedoeld die aangesteld zijn over de uitdeling van de aalmoezen, de armenkas en de zorg voor de armen.
[10] Voor de goede orde in de inrichting van de heilige vergadering, is het noodzakelijk om niemand een ambt toe te delen die niet geroepen is. Zo deed Paulus het ook, hij legitimeerde zijn apostelambt door te verwijzen naar zijn roeping.
[11] Wat Calvijn hier beschrijft is de uitwendige en ceremoniële roeping. De inwendige roeping van de dienaar wordt hier niet behandeld. Het gaat er dan om dat we het ambt niet uit eerzucht, hebzucht of andere zuchten willen, maar om de opbouw van de gemeente. Er zijn ook mensen met een particuliere roeping tot het ambt. Dat is de ontdekking dat iemand geschikt is voor het ambt, vroomheid en kennis.
[12] Wat voor mensen mogen gekozen worden? Dat zijn mensen die gezonf in de leer zijn, een heilige levenswandel hebben en geen feiten aan zich hebben hangen dat het ambt in diskrediet zou brengen. En hij moet geschikt zijn voor de taak. Met een biddende en vastende houding zou men zich moeten toeleggen op de verkiezing.
[13] Het is lastig te bepalen wie de ambtsdragers moeten kiezen. De apostelen werden niet door mensen, maar door God aangesteld, zoals ook Paulus zelf vaak vertelt in zijn brieven. Daarvoor is het dan ook een buitengewoon ambt, apostel.
[14] Het is een Bijbelse manier van doen dor een opzichter mensen aan te laten wijzen voor het ambt. Ook moeten we niet vergeten dat de apostel Paulus na een goddelijke verkiezing ook door een menselijke inzetting is bevestigd. Dat laat zien dat God de menselijke verkiezing ook goedkeurt. Daarom kozen de 11 discipelen ook twee anderen waar het lot over mocht beslissen welke de 12de apostel zou zijn.
[15] De verkiezing tot het ambt kan gebeuren door een persoon zoals ook Titus en Timotheüs doen, maar het is een vergissing om te denken dat ze dit deden naar eigen goeddunken. Ze gaven adviezen aan het volk en konden niet doen wat ze goed dachten. Zo werden ook de nieuwe apostelen verkozen, door het volk dat met een hand laat zien wie ze willen hebben. Net als in een volksvergadering. Op deze manier heeft Cyprianus dan ook gelijk als hij zegt dat het gezag naar God terug te leiden is als een priester voor en door het volk wordt gekozen. Het volk mag kiezen, maar dan wel onder begeleiding van ambtsdragers om de orde en goede bedoelingen te waarborgen..
Morgen lezen we boek IV.3.16 - IV.4.4
Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten