maandag 19 oktober 2015

19-10; Boek IV.12.19 - IV.12.24

De 42ste week van Lectio Calvini, verwarrende is wel dat Lectio Calvini één week achterloopt op de weken van de Heidelbergse Catechismus. Ach ja, een perfect gesynchroniseerd gereformeerd kerkelijk jaar is misschien ook te mooi om waar te zijn.

[19] Nooit vasten is beter dan met vasten bijgeloof in het zadel helpen. Daarom spreekt Calvijn de onjuiste meningen over vaten tegen in deze paragraaf. allereerst is goed vasten het scheuren van het hart en niet van kleren. Vasten moet gepaard gaan met innerlijke genegenheid van het hart, oprechte afkeer van de zonde en zichzelf en ootmoed en verdriet vanuit een vrezen van God. Vasten moet oprecht zijn en niet een uitwendig trucje. Er zit ook geen verdienste, het is maar een middelmatige zaak waarvan de waarde wordt bepaald waarvoor je het gebruikt. Verder moet vasten niet als een van de voornaamste plichten. Sommige kerkvaders zijn hier niet helemaal onschuldig van.

[20] In de tijd van de kerkvaders is ook volgens Calvijn de bijgelovigheid van de 40dagen tijd van vasten opgekomen. dit werd gezien en aangeprezen als een navolging van Christus. Maar Jezus vast niet 40 dagen om nagevolgd te worden, maar om Zijn leer als hemels te bevestigen. Mozes vastte ook zoveel tijd om te laten zien dat de leer uit de hemel kwam en niet uit hem zelf. Ook was er nergens in het OT een navolging van het vasten van Mozes. Ook zou Jezus meer dan ééns 40 dagen moeten hebben gevast om er een regel van te maken. Er is in de geschiedenis op verschillende manieren gevast. Het is gewoon een verkeerde ijver en bijgeloof opgesierd met de naam navolging.

[21] Er kwamen ook allerlei godslasterlijke verzonnen reels over wat men niet mocht eten. bijvoorbeeld vlees alsof dat men zou verontreinigen, maar tegelijkertijd werden er allerlei andere fijne en dure gerechten gegeten. En ook werd er dan niet uit een beker gedronken, maar uit een schelp. Hieronymus schrijft hierover.

[22] Het tweede deel van de tucht zijn de leefregels voor de geestelijkheid, wat nu ambtsethiek heet. dit waren de wat strengere regels die een bisschop zichzelf en zijn geestelijken oplegde. Deze werden op synodes eenmaal, vroeger zelfs tweemaal per jaar gecontroleerd, ook kon men hier ook in beroep gaan tegen een bisschop. Ten tijde van Calvijn lijken de geestelijken meer op de praktijk die beschreven wordt door Xenophon over de belachelijke regels van de Perzen in de tijd van Cyrus. Het zijn verdraaiingen van oude regels.

[23] Maar in het celibaat is Rome ontzettend streng en onverbiddelijk. Desondanks in die tijd de geestelijken gerust hoererij konden bedrijven. In ieder geval is het celibaat on-Bijbels en ook niet rechtvaardig en billijk. Het is door dwingelandij opgelegd. De bijbel spreekt over man en vrouw, maar ook over de vrouwen voor bisschoppen. In de bijbel is het huwelijk voor ambtsdragers een zaak van vrijheid.

[24] Het tegenargument is dat een priester van het volk te onderscheiden moet zijn. Nou lijkt het Bijbelser om dit onderscheid te laten zitten in de eigenschappen die God door Zijn voorzienigheid aan de priesters geeft. De tekst uit 1 Tim.4:1-3 gaat niet over een bisschop die voor de tweede keer getrouwd is. De bijbel is positief over het huwelijk, tegen de roomsen die het huwelijk een gebrek noemen bij een geestelijke. Het huwelijk is een beeld van Jezus en de Kerk, dit laat de waardigheid van het huwelijk zien. Dit geestelijk beeld van Christus onrein noemen gaat heel ver.

Morgen lezen we boek IV.12.25 - IV.13.3

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten