dinsdag 27 oktober 2015

27-08; Boek IV.14.10 - IV.14.15

[10] We moeten de kracht van de Sacramenten niet toeschrijven aan iets wat geschapen is, dan doen we de Heilige Geest geen eer aan. Het is namelijk de Geest die ons hart verlicht. Net zoals mensen elkaar proberen te overtuigen en daarvoor inzicht en welwillendheid nodig hebben van degene die ze proberen te overtuigen, werkt de Heilige Geest in ons om ons de waarde van de prediking en Sacrament in te zien en onze harde harten zacht te maken. Hierdoor versterken Woord en Sacrament ons geloof, doordat ze de welwillendheid van de Vader naar ons toe laten zien, en het kennen van die wil is de kracht van het geloof.

[11] Het uitwendig Woord bezit deze eigenschap en wordt daarom ook zaad genoemd. Het kan wel gestrooid worden op een persoon met een harde nek, dat is dus zand, maar dan komt er niks op, tenzij de Heilige Geest het Woord in de ziel laat belanden. Als Paulus zijn bediening de bediening van de Heilige Geest noemt, bedoelt hij dat prediking onlosmakelijk met het verlichtende werk van de Heilige Geest verbonden is(1 Kor. 2:4). Wel moet hij als arbeider of boer hard werken van zijn kant om de grond te bewerken. De apostelen brachten zo de Heilige Geest aan het licht door hun werk,

[12] soms is het zo dat God Zijn Sacramenten wegneemt om ongefundeerd vertrouwen op de belofte van God weg te nemen. Zoals de boom bij Adam, en Efeziërs die buiten de besnijdenis staan.(Ef. 2:11-12). Dit is niet iets overdragen op iets geschapens wat God alleen toekomt. Net als brood, warmte, vuur, en de zon middelen zijn die alleen waarde hebben als gave van God aan ons, zo zijn de Sacramenten alleen van waarde als ze Gods beloften in aanschouwelijke vorm voor ogen stellen.

[13] Calvijn spreekt hier Zwingli tegen die uit het woord 'sacramentum' de oorspronkelijke betekenis uitdiept en hier theologisch op voort denkt. Het is oorspronkelijk de eed van de soldaat aan zijn veldheer. Zo is het sacrament een onderscheidingsteken om te laten zien bij wie we horen, vindt Zwingli. Dit is niet een heel sterk woord omdat de kerkvaders niet heel veel betekenis aan het woord sacramentum ontleenden, maar wel gaven. Ook wordt het minst belangrijkste tot het belangrijkste gemaakt, namelijk de belijdenis voor mensen. Het gaat primair om dat de Sacramenten ons geloof dienen ten overstaan van God.

[14] Maar tegenover deze mensen die het Sacrament krachteloos en nutteloos maken heb je aan de andere kant mensen die geloven dat het Sacrament geheime krachten bevat. De Sacramenten maken rechtvaardig en brengen genade als daar geen doodzonde als belemmering op wordt gebracht. Dat is een duivelse leer omdat het rechtvaardigheid buiten het geloof om leert en de mensen laat rusten in iets aards in plaats van God zelf. Dit is de ondergang van de Kerk. Er zit niet meer in het Sacrament dan God belooft in Zijn Woord. Ook moeten we onze zekerheid uit Christus halen en niet het Sacrament.

[15] Calvijn hanteert in navolging van Augustinus een onderscheid tussen het Sacrament en de zaak van het Sacrament. Deze zijn niet zo nauw met elkaar verbonden dat ze niet zonder elkaar kunnen bestaan. De Sacramenten werken daarom alleen uit wat ze afbeelden in de uitverkorenen. De onwaardigheid van degene die eet wordt los gemaakt van de werkelijkheid waarnaar het verwijst. Je hebt net zoveel nut van de Sacramenten als dat je vorderingen maakt door de Sacramenten in de gemeenschap met Christus.

Morgen lezen we boek IV.14.16 - IV.14.20

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten