dinsdag 20 oktober 2015

20-10; Boek IV.12.25 - IV.13.3

[25] Voorstanders van het celibaat gebruiken een bijbels argument dat de levitische priesters zich tijdens hun dienst moesten onthouden van seks met hun vrouw. Maar de priesters waren geen voorbeeld voor dienaars van het Evangelie, maar voorafbeeldingen van Jezus Christus die later in de hemelse rechtbank de verzoening bracht die in de tabernakel onvolkomen was. Ook de Apostelen hadden wel vrouwen die ze soms meenamen(1 Kor. 9:5).

[26] Wat moeten de tegenstanders van Calvijn dan ook met de vroege Kerk, waarin huwelijk zelfs wel aanbevolen? Er is wel geprobeerd op het concilie van Nicea het celibaat in te voeren, maar dit vond Calvijn aandachtstrekkende en bijgelovige stumperds. Het concilie besloot ook met de uitsprak dat het kuis is om bij je eigen vrouw te slapen. Het huwelijk bleef heilig en geen smet op het ambt.

[27] Na dit concilie werd het celibaat en maagdelijkheid bezongen als het allerbeste van de mens ten koste van de eer voor het huwelijk. Priesters mochten niet meer trouwen. Het is dus wel een oude instelling, maar nog eerder was het huwelijk een normale en heilige zaak voor apostelen en eerdere bisschoppen en herders. Ook vindt Calvijn de houding tegenover het huwelijk onbillijk, wat komt doordat mensen veel te hoog dachten over maagdelijkheid. Ook waren mensen nooit zo streng hierin. Wie trouwde moest zijn ambt opgeven.

[28] Voorstanders van het celibaat moet men antwoorden dat de oude tucht weer ingesteld wordt. en ze moeten daarna nadenken over wat nu precies noodzakelijkheid is en wat het beste zou zijn voor de Kerk. Calvijn ziet wel ruimte voor een verplichte celibaat, maar om de tegenstanders te laten begrijpen met welke onbeschaamdheid ze bezig zijn. Ze moeten ook nadenken over Hieronymus die maagdelijkheid de zuiverste kuisheid vond, maar het huwelijk daar direct na als tweede(Wat dus stiekem niet Hieronymus is, maar een pree van Erasmus.

[1] Calvijn snijdt een nieuw onderwerp aan, de geloften. Het is namelijk al erg genoeg dat de Kerk vervuilt is met een massa tradities die tiranniek opgelegd zijn, mensen doen dit voor zichzelf door geloftes. Calvijn houdt hoog dat de manier voor leven voor de mens wordt uitgelegd in de Wet, ook is het duidelijk dat we er zelf niks bij moeten verzinnen. Het beste wat een mens kan doen is gehoorzaamheid laten zien. Geen beloftes doen dus aan God. Christenen hebben soms te makkelijk geloftes gedaan en net als heidenen om ieder wissewasje een gelofte aan God gedaan, vrij lomp en onnadenkend.

[2] We moeten weten aan wie we een gelofte doen. Dat is aan God, die niks anders wil dan gehoorzaamheid en alles wat eigenwillig wordt opgedrongen als dienst aan Hem vervloekt. We moeten niet de vrijheid nemen iets te verzinnen waar de Bijbel niets over zegt.

[3] Ten tweede moeten we God niet verzoeken om geloftes te doen waarbij we afhankelijk zijn van zaken buiten onze macht. We hebben vrijheid gekregen van God. Voorbeelden zijn de gelofte van de moordenaars die Paulus willen doden(zelfs al wilden ze iets goed doen), Jefta, maar ook de priester die tegen hun menselijke natuur beloven celibaat te leven. We mogen ook niks beloven wat onze roeping op onze plaats belemmert, zoals een vader die iets belooft en daarom zijn gezin moet achterlaten. We zijn in de vrijheid gezet door God en we moeten ons niet tot slaven maken van uitwendige zaken.

Morgen lezen we boek IV.13.4 - IV.13.10

lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten