donderdag 29 januari 2015

29-01; Boek I.11.13 - I.12.2

Calvijn is nog niet klaar met de beelden. Hij noemt nog de vroege kerk met een zuivere leer en gen beelden. Niet dat de kerkvaders er niet over nadachten, maar ze wezen deze weloverwogen af, zoals Calvijn laat zien a.d.h.v. Augustinus.
Een tweede concilie van Nicea laat zien hoe ver de voorstanders van beelden gingen om deze in te voeren. Losse teksten uit de Bijbel plukken, onlogische redenaties. Het laat zien dat de hele strijd voor de beelden in de kerk tot veel te grote proporties werd opgeblazen.

Calvijn verzekert ons hiertegenover dat de bijbel zegt dat er maar één God is en dat niets wat hem toebehoort op iets anders mag worden overgedragen. Religie betekent op de juist manier dienen. Dat betekent dat vroomheid binnen de grenzen die gegeven zijn blijft. Bijgeloof is datgene wat daarbovenop gelegd wordt.
As God Zijn wet geeft, is dat in de eerste plaats om Zich aan Zijn volk te verinden, in de tweede plaats om hun te leren hoe Hij gediend wil worden. Houden we dit niet in de gaten, dan maken we van heiligen de compagnons van God. Zo beschouwd is er geen onderscheid tussen het dienen en vereren van anderen dan God.

Morgen lezen we Boek I.11.13-I.12.2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten