maandag 9 februari 2015

09-02; Boek I.23.26 - I.23.29

We hadden voor het weekend Calvijn achtergelaten met de anti-trinitariërs, nu kijken we hoe hij verder deze dwaalleraren afdroogt.

Er is geen reden om te denken dat het vleesgeworden Woord ondergeschikt is aan de Vader. Jezus heeft zich vernedert met Zijn menswording, maar heeft daarmee geen goddelijkheid heerlijkheid verloren. god de Vader wordt God genoemd, niet omdat Hij het wezen verleent, maar omdat Hij de oorsprong van de godheid is. Er zijn geen trappen van goddelijkheid in de Drie-eenheid.

Hier komt weer het belang van de kerkvaders om de hoek kijken, om de katholiciteit van een leer te bewijzen, moet deze al in zekere zin door één van de kerkvaders genoemd of aangestipt zijn.
Irenaeus kan de tegenstanders van Calvijn niet helpen, hij schrijft allereerst tegen mensen die beweren dat de God van het OT niet de God van het NT was, maar een spook. Hij zegt juist explicie dat Christus ook God in absolute in genoemd kan worden.

Tertullianus is ook geen hulp. Hij onderscheid de drie Personen niet op basis van Hun goddelijkheid of hoeveelheid goddelijkheid, maar op basis van Hun werken. De Zoon is geen andere God dan de Vader. De Personen doen geen afbreuk an de alleenheerschappij van de Ene God.

Andere kerkleraren stemmen hier ook mee in. Justinus Martyr, Hilarius, Augustinus. Van Ignatius moeten ze bewijzen dat het echt Ignatius is, blijkbaar is er veel onder zijn naam uitgegeven wat hij zelf niet heeft geschreven. Dat Arius op het Concilie van Nicea zich op geen enkele schrijver heeft durven beroepen is ook tekenend.

Morgen lezen we Boek I.14.1-5

Geen opmerkingen:

Een reactie posten