Verder over het derde gebod. Calvijn laat zien dat in de Bijbel er ook voor particuliere zaken eden voorkomen. Dat mag, je mag alleen een eed niet makkelijk en oppervlakkig gebruiken, als het om de eer van God gaat of om de stichting van de naaste te bevorderen.
Het vierde gebod; sabbatsrust.
Het is een bijzonder gebod, bedoelt om als beeld van de komende rust, een regeling waarop iedereen bij elkaar kon komen voor de godsdienstige verplichtingen en een dag van rust. De voorafschaduwing van de geestelijke rust was het belangrijkst. Misschien heeft God daarom wel de sabbatsrust benadrukt in de geschiedenis. Het is onder woorden gebracht door Mozes en Ezechiël, de sabbat was een belofte dat God Israël zou heiligen. Daarom moeten we menselijk werk en begeertes van het vlees loslaten en richten op de wil van God. Ook stoppen met menselijke gedachtes, het is rusten in God.
Dat het de zevende dag is kan opgevat worden dat zeven meer betekent. De eeuwige rust, of de laatste dag zoals onze echte rust in de laatste dagen zal zijn. Maar als dit te speculatief is voor mensen vindt Calvijn het genoeg te weten dat God een dag heeft uitgekozen.
De sabbatsrust is vervuld door Jezus, het is onderdeel van de ceremoniële Wet die Jezus verafschaduwde. Zo gaat de sabbat dan niet meer over een dag in de week maar over heel ons leven. Maar dit zijn geen schaduwachtige zaken, dit is ook geldig voor ons. We hebben nu ook een vaste dag voor de eredienst en een dag rust nodig. Dit is ook meer praktisch, alles in de kerk moeet betamelijk en ordelijk gebeuren, en iedere dag kerkdiensten zou misschien wel fijn zijn, maar dat trekt niet iedereen.
Maandag lezen we II.8.33 - II.8.38
Geen opmerkingen:
Een reactie posten