De Wet en de profeten hebben ons geleerd dat geloof op de eerste plaats komt en daarna de liefde. Zo is dus de tweede tafel niet uitvoerbaar zonder de eerste tafel van de Wet. Zo kan je je naaste niet dienen als je God niet dient.
Opvallend is dat er in de Wet geen enkel gebod staat dat persoonlijk voordeel oplevert voor jezelf. De eigenliefde is van nature sterk genoeg en dit blijft een mens altijd houden. Het is zelfs zo dat God deze eigenliefde heeft genomen als maatstaf voor je naaste.
En natuurlijk is onze naaste zo'n beetje ieder willekeurig mens op deze planeet. En om deze lief te hebben moeten we niet naar de mens kijken omdat deze vaker haat dan liefde oproept. We moeten op God zien.
En dit is wat anders dan de Roomse kerk die deze regel optioneel maakt voor gewone gelovigen en alleen voor monniken bindend maakt. Dan moeten we ook uit de Bijbel schrappen dat God alle wraak toekomt. Chrysostomus en Augustinus, eigenlijk alle oude kerkvaders hebben geen blijk gegeven dat dit gebod niet als een volwaardig gebod voor iedereen moeten gelden.
Ook is de 'vergeeflijke zonde' Calvijn een doorn in het oog. Dat is een begeerte die kort zonder toestemming in de mens zit. In het laatste gebod gaat het om het begeren. En een begeerte kan er alleen komen als het hele hart, ziel en verstand niet God zoekt. Ik moet zelf denken aan een uitspraak dat e niet kan voorkomen dat een vogel over je hoofd vliegt maar wel kan voorkomen dat een vogel een nest bouwt op je hoofd. Calvijn zou daar iets van vinden, vermoed ik. Iedere zonde is doodzonde, een onderscheid tussen verschillende zondes is onbijbels en volgens het woord van Augustins een bedrieglijke weegschaal.
Morgen lezen we boek II.9.1 - II.9.5
Geen opmerkingen:
Een reactie posten