dinsdag 28 juli 2015

28-07; Boek III.20.23 - III.20.27

Over het bidden, en dan voornamelijk tot andere wezens dan Jezus Christus.

[23] Er is een verschil tussen de gestorven heiligen en de engelen, de engelen zijn dienende geesten voor ons, wat hun taken zijn wordt omschreven in de Bijbel, maar deze worden nergens omschreven als taken voor de gestorven heiligen. Het is een taak die mensen de heiligen hebben toegerekend, maar God niet. Ook op basis van Jer. 15:5 is het niet mogelijk om voorbede van de heiligen te baseren, het gaat in die tekst dat God gaat oordelen, al zou Mozes voorbede doen. Iedere heilige heeft voor het volk gebeden toen hij leefde.

[24] De tegenstanders werpen tegen dat na hun vrome en gelovig leven de liefde voor medegelovigen toch niet opeens kan ophouden. Maar Calvijn denkt dat hun liefde voor het Koninkrijk der Hemelen groter is en daarin ook de liefde voor de gemeenschap van Christus Lichaam. In zulke zin bidden ze voor ons, maar niet dat ze zich bemoeien met onze aardse zorgen. Het gebod om voor elkaar te bidden geldt voor de levenden op aarde. Ook is het onwaarschijnlijk dat gestorven heiligen nieuwe vermogens krijgen om naar ons te luisteren.

[25] Andere tegenwerpingen die Calvijn langsgaat, het aanroepen van de namen Abraham, Izaäk door Jakob(Gen. 48:16). Dit is niet het aanroepen voor hulp, maar voor het nageslacht om God aan te roepen omwille de belofte aan hen. Het is meer een andere naam roepen, zoals vrouwen onder de naam van hun man worden aangeduid(Jes. 4:1). Het is het herinneren van God aan Zijn verbond, niet het aanroepen van de doden. Zo is ook David een schakel in het verbond, niet een naam om aan te roepen naast die van Jezus.

[26] Mensen draaien Ps. 22:5 om door te zeggen dat de mensen verhoord worden omdat ze verhoord zijn. Wie naar Jacobus (5:17) luistert merkt dat Elia net als ons een mens was en wij dus ook zo kunnen volharden in gebed. God geeft verhoring zodat we Hem vaker en vaster vertrouwen in gebed.

[27] Als het gebed zich van de Bijbel afwendt, is het geen gebed meer zoals God dat aangewezen heeft. Christenen mogen voor elkaar bidden in de naam van de enige Middelaar Jezus Christus. Dit doet niks af aan Zijn ambt als Voorbiddder. We lezen in de Bijbel nergens dat dit wordt betrokken op de doden of dat de doden een taak als voorbidder krijgen. We moeten bidden uit geloof en geloof is uit het horen van Gods Woord, waar niks wijst op voorbede.

Morgen lezen we boek III.20.28 - III.20.30

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten