We moeten niet onderschatten waar de zonde allemaal inzit, hij is niet beperkt tot onze zinnelijke vermogens, maar zit ook in onze beste delen van de ziel. Dat we helemaal vernieuwd worden is daarvoor ok het bewijs. Ook moet ons gemoed worden vernieuwd volgens Paulus, aldus Calvijn.
Het is altijd iets vreemds, zonde hoort niet bij onze natuur. Daarom zijn wij en niet god ervoor verantwoordelijk. Omdat de menselijke natuur zo bedorven is en aan de erfzonde de losse zondes ontspringen spreken we van natuurlijke zondigheid, niet omdat de zonde bij de menselijke natuur hoort.
Nieuw onderwerp; vrije wil. Of beter, het gebrek aan vrije wil. Altijd een lastig onderwerp. Er zijn allereerst twee gevaren in deze discussie. De mens wordt ofwel passief omdat hij weet dat hij toch geen vrije wil heeft, o hij wordt verwaand omdat hij zich op een vrije wil kan beroepen tegenover God. Calvijn wil dus de mens wel duidelijk maken dat hij in ellende zit, maar toch moet streven naar het goede wat hij niet heeft. De mens moet leren dat hij zich niet moet beroepen op en roemen in iets wat hij niet heeft. Hij moet eerder erkentelijk en dankbaar naar God zijn.
Eerst gaat Calvijn weergeven wat anderen hebben gezegd over de vrije wil. De filosofen hadden het beeld van de ziel die in drie trappen was opgebouwd; verstand, wil, begeerte. Luistert de begeerte niet naar het verstand, dan woekeren er ondeugden in de ziel die moeilijk onder controle te brengen zijn. Kort gezegd zijn de filosofen ervan overtuigt dat de wil vrij is om het verstand te volgen.
Morgen lezen we Boek II.2.4 - II.2.7
Geen opmerkingen:
Een reactie posten