dinsdag 10 maart 2015

10-03; Boek II.2.24 - II.2.27

De mensen kunnen van nature niks bedenken wat op de eerste tafel van de Wet staat, misschien wel van de tweede tafel, maar dan alleen in zoverre dat het maatschappelijke verhoudingen betreft. Maar wat belangrijker is, is dat de aandacht eens moet worden gevestigd op de zondige begeertes die leven in de mens. Al zijn deze alleen bij zichzelf te merken, het zijn ook zondes, in tegenstelling tot wat filosofen hebben beweerd.

De mens kan van nature niks bedenken wat goed is. Dit doet pijn voor de meeste mens want zijn redelijk verstand is zijn trots. Maar Paulus zegt dat de mens tot niks bekwaam is uit zichzelf. Daarom moet ons denken vernieuwd worden en van dag tot dag verlicht worden door de Heilige Geest.

We moeten een onderscheid maken tussen zoeken wat fijn en goed is zoals de dieren dat doen, en wat werkelijk goed is in eeuwige zin. De eerste komt vanuit de natuur van de mensen voort, ieder ding streeft naar zijn eigen ontplooiing en verwerkelijking van zijn potenties. Maar dit is geen neiging van de wil, die zit namelijk meer in het verstand en kan verschillende opties beoordelen en kiezen uit wat hij onderscheidt.

Het is ook niet zo dat mensen in navolging van Origenes mogen denken dat de mens een klein beetje vrije wil heeft die geholpen moet worden. Dit berust op een verkeerde uitleg van Rom. 7:15, 19. Dit gedeelte gaat namelijk over de christen, niet over de natuurlijke mens. Zo zeggen Paulus en Mozes dat alles wat een mens bedenkt en wilt gewoonweg verkeerd is. Er zijn geen goede bewegingen van de wil buiten de Geest om.

In de kerkgeschiedenis komen wel vaker discussies voort waaruit de uitleg van het zevende hoofdstuk van de Romeinenbrief een belangrijke rol speelt. Of dit hoofdstuk slaat op een wedergeboren of onwedergeboren persoon bepaalt voor een groot gedeelte je theologisch denken over de mens. Het is dan ook niet voor niets dat de reformatoren zoals Calvijn en Luther en ook Augustinus(alhoewel die geen reformator, maar kerkvader was) zich goed hebben ingelezen in de Romeinenbrief. Ook Barth begon zijn carrière met de Römerbrief.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten