maandag 30 november 2015

30-11; Boek IV.17.46 - IV.18.1

De 48ste week van Lectio Calvini,in mijn druk nog 91 bladzijdes tot het einde.

[46] De verplichting om één keer per jaar deel te nemen aan het Avondmaal noemt Calvijn een uitvinding van de duivel en hij ziet het als een verdraaiing van een goede regel van Zepherinus(bisschop van Rome, 189- 217). Deze bepaalde dat de gelovigen één keer op een bepaalde dag samen belijdenis van het geloof door Avondmaal moesten afleggen in plaats van allemaal op verschillende tijden en daarom niet allemaal tegelijkertijd. Biuj Chrysostomus is al verval te bespeuren als hij zich beklaagd over mensen die soms wel en soms niet aangaan en soms rein en soms onrein, in de meest ongunstige combinaties uiteraard.

[47] Zo is ook de beker op het Concilie van Konstanz in 1415 weggevallen. Dit werd alleen voor de geestelijken beschikbaar. Er werd geredeneerd dat in het brood het hele lichaam van Jezus was, dus ook met bloed en dat daarin alles besloten lag. Calvijn vindt dit een voorbeeld van het verstand dat aan de haal gaat met de Bijbel. Jezus maakt vaak onderscheid tussen Zijn lichaam en bloed en dit moeten we allebei handhaven in het Avondmaal om de ondersteuning van het geloof vast te houden.

[48] Wat hier tegenover wordt gesteld is dat er aan één enkele gebeurtenis in de geschiedenis geen algemene regel gemaakt mag worden, maar Calvijn vindt dat we hier te maken hebben met een inzetting, de apostelen moesten ook zo Avondmaal vieren. Een tweede uitvlucht is dat de apostelen toen al tot de priesterorde hoorden. Maar het is voor Calvijn niet duidelijk waaruit blijkt dat de apostelen toen priesters waren geworden. Ook is dan niet te verklaren waarom in de eerste duizend jaar alle gelovigen wel aan brood en beker mochten. Dit is duidelijk bij Tertullianus, Ambrosius, Chrysostomus en Augustinus.

[49] Bij Gregorius I was de beker ook nog voor de leken. In die periode (rondom 600) werd het als een dwaling gezien om alleen het brood zonder de wijn te ontvangen. Cyprianus is ook ervan overtuigd dat je de twee niet van elkaar kan scheiden.

[50] Ook zegt Christus expliciet dat allen moeten drinken uit de beker. Ook is Calvijn benieuwd wie zich nu durft op te dringen in het Avondmaal, als het alleen bestemd was voor priesters. Ten slotte moet Paulus wel liegen als hij dan iedereen uit de beker wil laten drinken zoals hij schrijft in aan de gemeente in Korinthe.

[1] Calvijn ziet de satan een strijd voeren tegen het Avondmaal toen in de Kerk de overtuiging kwam dat men de mis ging beschouwen als offer dat opgedragen wordt om vergeving van zonde te krijgen. Er zijn veel scholastieke theologen die prima hierover kunnen discussiëren, maar daardoor juist het Avondmaal verduisteren. Calvijn zal dan ook niet direct met ze in discussie treden. De mis als zoenoffer is niet alleen in de opvatting veranderd in een zoenoffer, maar is ook opgezet om dit bewust over te brengen. Maar hoe mooi de mis ook is geworden, Calvijn zal haar toetsen aan de Bijbel en zo met wortel en tak omhakken omdat het Christus verduistert.

Morgen lezen we boek IV.18.2 - IV.18.7

vrijdag 27 november 2015

27-11; Boek IV.17.40 - IV.17.45

[40] Er zit wel een keerzijde aan het Avondmaal, voor ongelovigen is het een veroordeling, niet omdat het gezegende Avondmaal niet van zichzelf goed zou zijn, maar omdat de ziel waar het in komt berdorven is. Ongelovigen mensen die eten doen het Avondmaal smaad aan. Ze doen iets wat ze niet erkennen, namelijk het uiten van vertrouwen en geloof in de gemeenschap met Christus in het Avondmaal. Ook verscheuren ze het Lichaam van Christus, de Kerk, door hun zondes te vermengen met het teken van Christus' lichaam. Zo tekenen de ongelovigen hun eigen vonnis. Daarom roept Paulus ook op tot zelfbeproeving, of mensen wel echt op Christus willen vertrouwen voor hun zaligheid, en of ze Christus willen navolgen in het geven van zijn leven en het oefenen van gemeenschap met de broeders.

[41] De roomsen willen alleen mensen aan het Avondmaal toelaten die in een staat van genade zijn, dat is rein en gezuiverd van alle zonden. Hierdoor wordt zelfonderzoek een marteling, niemand mag dan aangaan. Zelfs die staat bereiken door berouw en boetedoening is lastig omdat je nooit weet of het genoeg is. Hierover is al geschreven op een eerdere plek in de Institutie, III.4. Deze zelfbeproeving helpt absoluut niet bij de notie van het zichzelf oordeel eten en drinken door onwaardig aan te gaan aan het Avondmaal.

[42] Niemand is waardig, maar we moeten juist in gedachten houden dat het Avondmaal rijkdom is voor de armen, geneesmiddel voor de zieken en hebben niks te bieden voor rijke en gezonde mensen.We moeten God onze onwaardigheid aanbieden en ons door Christus in Zijn ontferming tot waardige mensen laten maken. Dan is het soms een verschrikking om te denken dat zulke zondaars deelhebben aan het lichaam en bloed van Christus. Dat laat alleen maar zien dat we het nodig hebben. Onze waardigheid ligt vooral in het geloof in Christus. Het is eigenlijk gek om het Avondmaal aan te bieden aan mensen die het niet nodig hebben.

[43] Er zijn veel middelmatige zaken over het brood en de wijn bij het Avondmaal waarin de Kerk zelf mag beslissen wat voor brood en wijn en hoe dit uitgereikt mag worden. Calvijn roept op om niet allemaal trucjes te bedenken om het volk naar de ogen godsdienstig te laten zijn, ongeacht hoe oud die manieren ook zijn. We moeten de berg ceremoniën achter ons laten en tenminste een keer per week Avondmaal vieren in de Kerk met de volgende opeenvolgende elementen, uiteraard na de preek in de eredienst.
- Brood en Wijn op tafel zetten
- Spreken over de inzetting van het Heilig Avondmaal
- De beloften van het Avondmaal ter sprake brengen
- De tucht toepassen en mensen uitsluiten volgens de regels van de Heere
- Bidden om vorming en onderricht in geloof in onze harten voor deze maaltijd of Jezus ons waardig wil maken
 - Een psalm zingen of iets lezen, de gelovigen kunnen in gepaste orden aangaan.
- Predikant reikt brood en wijn aan.
- Aansporing van predikant tot oprecht geloof, belijdenis en naastenliefde
- Lof en dank zingen aan God

[44] Het is dus duidelijk dat het Avondmaal vaker dan de toen gebruikelijke een keer per jaar gevierd moest worden(in de RKK). Het moet zo vaak mogelijk gevierd worden om herinnerd te worden aan Christus en het geloof te laten ondersteunen terwijl met het Avondmaal de liefde voor de broeders en zusters tot uitdrukking komt. Eigenlijk zou er volgens Calvijn geen dienst mogen zijn zonder Woord en Sacrament. Dat is ook zo vroeger geweest in de Oude Kerk, sterker nog, mensen die niet aan het Avondmaal gingen werden aangespoord en bij volharding uit de Kerk geweerd.

[45] Augustinus bericht dat mensen aangespoord werden tot het Avondmaal, best dringend zo te lezen. Chrysostomus noemt mensen die niet aangaan brutale en lompe vlegels die bij de gastheer wel de indruk wekken aan tafel te gaan maar toch niet doen.

Volgende week lezen we boek IV.17.46 - IV.18.1

woensdag 25 november 2015

25-11; Boek IV.17.35 - IV.17.39

Omdat het Thanksgiving in de VS is hebben we deze week maar drie dagen, ik heb daarom gister een dag overgeslagen. Vandaag gaan we weer vrolijk verder.

[35] Omdat er werd geloofd dat het lichaam van Jezus dus lichamelijk in het brood zat, en er werd geredeneerd dat de ziel niet van het lichaam gescheiden kon worden werd de conclusie getrokken dat het brood aanbeden zou moeten worden. Maar het lichaam is niet in die zin aanwezig dus hoeft er ook niet zo aanbeden te worden. Het Avondmaal moet genomen gegeten en gedronken worden. Dit is ook de praktijk van de apostolische Kerk.

[36] We moeten ons richten naar de Bijbel, en niet naar denkbeelden. Sacrament is een teken om de zwakke mensen omhoog te laten klimmen en hemelse zaken te laten begrijpen. Ook op het Concilie van Nicea is ons de aanbidding van tekenen verboden, bij Cyprianus wordt al gezegd dat we onze harten naar de hemel moeten richten, want Jezus is na de hemelvaart in de hemel. De rkk-viering is in deze zin dubbele zonde. Eerst de genadegave ontheiligen en daarna de gave vereren in plaats van de Gever.

[37] Er zijn allerlei rituelen bij gekomen die niet in de Bijbel staan, Calvijn zou alleen aanbidding willen bij het Avondmaal die in de Bijbel staat, geen processies, tentoonstellingen en mogelijkheden tot aanroepen. En dit alles omdat Jezus zegt 'Dit is Mijn lichaam'. Maar dit is net zo ongehoorzaam om een tekst waarin God aanspoort om Hem aan te roepen toe te passen op het aanroepen van Petrus of Paulus. De lofprijzing van het Avondmaal zit in de verkondiging van de dood, waaraan we door het Sacrament aan denken. Dit geeft ons leven, en dat is wat het Sacrament uitbeeldt en geeft.

[38] Het Sacrament is ook een teken voor ons. Als we deel hebben aan het lichaam van Christus worden we gevoegd tot Zijn lichaam, de Kerk. Daarin zijn we net zo één en niet van elkaar te onderscheiden als graankorrels in een brood. Avondmaal vieren kan dus alleen in de vrede met elkaar, iemand die een broeder of zuster kwetst of niet liefheeft kwetst Christus of heeft Christus niet lief. We worden door het Avondmaal aangespoord tot onderlinge liefde.

[39] Dit is ook een reden om het Sacrament te scharen naast het Woord in de prediking. De belofte is voor de mensen, niet voor het Sacrament zelf, dus die moeten dit uitgelegd krijgen en aangespoord worden. De instellingswoorden zijn geen toverspreuk maar prediking. De Sacramenten zouden volgens sommige bewaard moeten worden en uitgedeeld aan de zieken worden. Dit baat hen niet vel zegt Calvijn, en het is wel een praktijk van de vroege Kerk, maar in deze belangrijke zaak is Calvijn liever voorzichtig en wil geen mogelijkheid geven tot dwaling en verdraaiing.

Morgen/Vrijdag lezen we boek IV.17.40 - IV.17.45

maandag 23 november 2015

23-11; Boek IV.17.33 - IV.17.34

Week 47, u weet zelf.

[33] Als mensen wat meer oog hadden voor de Geest in het Heilig Avondmaal dan was de lichamelijke tegenwoordigheid niet tot een onterecht sjibbolet van vroomheid geworden. De fout voor het gros van de roomsen is dat ze Petrus Lombardus volgen die van het eten van het vlees van Jezus het sacrament is. Terwijl Calvijn hierover een andere geestelijke manier van eten is. Wie vasthoudt aan de transubstantiatie moet geloven dat ook goddelozen en misdadigers het bloed en vlees van Christus eten en drinken. Calvijn blijft staan achter de werkzaamheid van het vlees en bloed van Christus, maar omdat het een geestelijke zaak is kan niemand deelhebben aan het lichaam en bloed van Christus als die persoon de Geest niet heeft. Het aanbod blijft staan, maar ontvangen is iets anders dan aanbieden. Je haalt net zoveel uit het Avondmaal als je gelooft. Het is net als een rots waar regenwater op valt maar niet in kan komen, omdat er geen opening in zit. Zo is de zonde ook niet het onwaardig ontvangen, maar het ongelovig afwijzen. Op deze manier groeien gelovigen steeds meer samen met Christus. Het oordeel over de ongelovigen zit erin dat ze het moeten aanvaarden wat in het Sacrament zit.

[34] Het is onder de kerkvaders voornamelijk Augustinus die dit ook heeft verdedigd. Augustinus zegt hetzelfde als Calvijn (eigenlijk andersoom natuurlijk). Niet iedereen heeft profijt van het Avondmaal, sommige wordt het ten oordeel. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen het teken en de zaak waarnaar het verwijst, het sacrament en de kracht van het sacrament. Augustinus roept op om de harten, niet de keel voor te bereiden. Het zijn voornamelijk citaten uit het werk van Augustinus over het Evangelie naar Johannes. Ook Cyrillus van Alexandrië wordt aangehaald. De tegenstanders moeten maar zien wat ze doen met de uitspraak dat alleen bij de uitverkorenen de sacramenten uitwerken wat ze uitbeelden.
 
Morgen lezen we boek IV.17.35 - IV.17.39

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

vrijdag 20 november 2015

20-11; Boek IV.17.29 - V.17.32

[29] De inzet van de discussie op dit punt lijkt te gaan om de vraag of het lichaam van Jezus echt een lichaam is. De inzet van de discussie is namelijk dat Christus onzichtbaar werd en niet naar de hemel is gegaan, maar dit is niet te bewijzen uit de Bijbel. Er moeten anders haast wel twee lichamen zijn, een in de hemel en de andere via een speciale wijze van beheer onzichtbaar in het Avondmaal. Zeggen dat dit kan doordat het verheerlijkte lichaam niet gebonden is aan natuurwetten lijkt op de dwaling van Servet dat het lichaam door de goddelijke natuur is opgenomen. De tegenstanders van Calvijn laten niks over van de eigen aard van het lichaam. Jezus Zelf laat zien dat Zijn verheerlijkt lichaam ook een normaal lichaam is dat voedsel nodig heeft en vlees en beenderen heeft. Het is juist dit lichaam waarin we ons onderpand in de opstanding hebben. Dat Jezus na Zijn opstanding verschijnt en verdwijnt zijn meer wonderen vergelijkbaar met het wandelen over het water dan afgeleiden van Zijn verheerlijkt lichaam.

[30] De alomtegenwoordigheid van het lichaam va Jezus wijst Calvijn af. De onzichtbare tegenwoordigheid van het lichaam van Jezus kan namelijk niet zonder de onbegrensdheid van Jezus. we weten uit de bijbel dat Christus' lichaam menselijk was en dat dit lichaam van plaats naar plaats ging. Jezus is bij ons tot het einde van de wereld(Matt. 28:20), niet in lichamelijke zin, maar in Zijn voorzienigheid. Wie dit niet heeft kan ook geen duurzame gemeenschap hebben bij het gebruik van het Avondmaal. Sommige mensen houden zo sterk vast aan het punt dat Calvijn weerlegt dat ze vallen in de dwaalleer van Eutyches, die de goddelijke en menselijke natuur van Christus zo sterk naast elkaar plaatste dat hij iets omschreef wat tussen God en mens zijn inzat, maar geen Christus was. Er is een verschil tussen de menselijke en de goddelijke natuur in de persoon van Jezus. Als je dit niet in de gaten houdt, kom je tot de lichamelijke aanwezigheid van Christus in het Avondmaal. Maar Calvijn hanteert het onderscheid en zegt dat we in het Avondmaal Jezus wel helemaal is, maar niet in Zijn geheel.

[31] Het is niet nodig voor het mysterie van het Avondmaal dat we alleen met Christus verbonden kunnen zijn als we Hem uit de hemel halen.

[32] Calvijn schaamt zich er niet voor te zeggen dat hij niet weet hoe het nu precies zit met het Avondmaal, hij ervaart wel dat het waar is en gelooft Jezus op Zijn Woord. Hij verwerpt alle uitspraken die in tegenspraak zijn met de Bijbel. Wie meer dan het Sacrament hier beneden als gemeenschap met het lichaam in de hemel wil zeggen verduistert de waarheid. Calvijn wijst dan ook de vermenging van Jezus' vlees met onze ziel af. Het is genoeg dat er leven in onze ziel wordt ingeblazen vanuit de substantie van Christus vlees.

Volgende week lezen we boek IV.17.33 - IV.17.34

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

donderdag 19 november 2015

19-11; Boek IV.17.25 - IV.17.28

[25] De tegenstanders van Calvijn zeggen dat ze het woord hebben, Calvijn vindt dat ze het Woord hebben, maar wel in zoverre hun vooronderstellingen het toelaten. De tegenstanders bedenken eerst het wonderlijkste en als er uit die leer verschrikkelijke ongerijmdheden tevoorschijn komen verschuilen ze zich achter Gods almacht. En dan verwijten ze Calvijn dat hij Gods eer onrecht doet door hem in te perken. Calvijn wil juist de Bijbel laten spreken, hier naar luisteren zonder er een verzinsel of filosofie erin te leggen en daar hardnekkig aan vast te houden.

[26] Niet Aristoteles, maar de Heilige Geest leert dat Jezus lichamelijk in de hemel is en blijft(en dus niet in stukjes brood op aarde is). De Heilige Geest is in plaats van Jezus gekomen. Dit zei Jezus ook al toen Hij zei dat Hij niet altijd bij Zijn discipelen op aarde zou zijn(Matt. 26). Het gaat hier niet om het wel of niet arm zijn van Jezus. Dit is ook wat Augustinus zegt, Jezus is in de hemel en niet naar lichamelijke aanwezigheid aanwezig bij Zijn discipelen, maar door Zijn majesteit, voorzienigheid en onuitsprekelijke genade, wat volgens Calvijn de gemeenschap aan Zijn lichaam en bloed is.

[27] De hemelvaart krijgt in de verkeerde uitleg dan niet de betekenis dat JEzus nu in de hemel is, maar dat Zijn Rijk verheven is. Christus is onzichtbaar geworden, maar heeft de aarde niet verlaten. Dit spreekt alle teksten natuurlijk tegen.

[28] Calvijn bediscussieert de Augustinus citaten die worden aangehaald in de discussie, die ga ik niet opsommen, maar ze zijn of onvolledig geciteerd of spreken samen met andere gedeeltes waaruit blijkt dat Augustinus het lichaam van Jezus in de hemel situeert en niet in de sacramenten.

Morgen lezen we boek IV.17.29 - IV.17.32

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com

woensdag 18 november 2015

18-11; Boek IV.17.21 - IV.17.24

[21] De instellingswoorden zijn een sacramentele manier van spreken, het is figuurlijk, maar naar zekere analogie. Daarom krijgen de tekens ook de naam van de betekende zaak, vergelijkbaar met een metonymie. Vergelijkbaar met dat je een portretschilderij aanduidt met de persoon die het schilderij afbeeldt. We hebben het vaak over 'de Nachtwacht', maar niet over 'het schilderij van de Nachtwacht'. Dit komt ook vaak voor in de Bijbel. Desondanks Augustinus het niet over het Avondmaal heeft spreekt hij wel over Sacramenten als metonymieën, dus wat Calvijn zegt is geen nieuwerwets verzinsel.

[22] Er zijn stijfkoppen(zoals blijkbaar Luther) die blijven vasthouden aan de woorden 'dit is' en hierom blijven hameren op hun interpretatie(dit geval dus consubstantiatie). Dit koppelwerkwoord is weliswaar belangrijk, maar dit koppelwerkwoord wordt bij Paulus gebruikt voor de gemeenschap aan het lichaam van Christus, wat iets anders is dan het lichaam van Christus. En op wel meer plaatsen wordt er 'dit is' gezegd zonder dat er een gelijksoortige interpretatie aan wordt gegeven.

[23] Een al te letterlijke interpretatie is niet mogelijk van de instellingswoorden. Dit was de fout van de antropomorfieten, die iedere vergelijkend spreken van God letterlijk op wilde vatten en het de kerkvaders hiermee moeilijk maakten. Ook de reactie van de discipelen geeft aan dat ze vertrouwd met een sacramentele wijze eten en drinken. Een letterlijke interpretatie van brood èn wijn kan ook niet, hoe kunnen die twee überhaupt gescheiden zijn, dat zou van de uitspraak van Jezus verwarrend zijn, lichaam en bloed kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Zo blijken de mensen die vasthouden aan de letterlijke zin helemaal niet zo trouw aan de woorden van Christus, maar deze juist te verdraaien.

[24] Nu is er ook en bezwaar dat Calvijn met zijn leer God afhankelijk maakt van het menselijk verstand en van de wetten in de natuur. Wat natuurlijk onzin is volgens Calvijn. De menselijke rede is niet de maatstaf voor het Sacrament. Er is niets bovennatuurlijker dan gemeenschap hebben met het lichaam van Christus terwijl die op een afstand van hemel en aarde weg is. De tegenstanders van Calvijn vragen juist aan God of Zijn lichaam tegelijk kan zijn en niet zij. door hun leer over het Avondmaal.

Morgen lezen we boek IV.17.25 - IV.17.28

Lees deze en andere posts terug op lectiocalvini.blogspot.com